Daniël 9
Start Auteur Daniël inleiding Bibliografie Laatste nieuws Openbaring v Johannes Gesprekspunten Links

 Sporen van de wederkomst van Jezus Christus   

Omhoog
Daniël 7
Daniël 8
Daniël 9
Daniël 10v.
Daniël 11v.

 

Jeruzalem, als teken eindtijd

Daniël: 9.

Tekst:·“Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad”, Dan. 9: 24.

In dit gezicht is geen sprake van verbijstering bij Daniël, en evenmin van “waaromvragen”. Hier ontmoeten wij Daniël als iemand die weet en betuigt dat hijzelf en zijn volk de oorzaak zijn van hun ballingschap. Sterker nog Daniël ziet in de komst van Gods vloek over Israël de bevestiging van Gods verbond met Israël:

“In het eerste jaar van Darius..  lette ik, Daniël in de boeken op het getal..dat Hij over de puinhopen van Jeruzalem zeventig jaar zou doen verlopen.. En ik richtte mijn aangezicht tot de Here God om te bidden en te smeken, in vasten en in zak en as. Daarom is over ons uitgestort de met een eed bekrachtigde vloek, welke geschreven staat in de wet van Mozes, den knecht Gods, want wij hebben tegen Hem gezondigd. En Hij heeft de woorden bevestigd,”

In onze tijd wordt er niet of zelden gepreekt over Gods toorn en grimmigheid, omdat men daar niets mee kan of wil. Maar Gods vervloekingen van de berg Nebal is even zeker de uitwerking van Gods verbond met Israël als zijn zegeningen van de berg Gerizim. Zie Exodus 28-30.
Wanneer God kwaad is op zijn oogappel en zijn boosheid over hen uitstort, is dit een uiterste poging om Israël als verbondsvolk tot bekering te brengen. Dit belijdt ook Daniël:

“en wij hebben de Here, onzen God, niet vermurwd door ons te bekeren van onze ongerechtigheden en acht te slaan op uw waarheid”.

Daniël geeft met zijn smeekbede duidelijk te kennen dat God altijd vasthoudt aan zijn verbond met Israël door zijn gerechtigheid in het bloed van het komende Lam. Terwijl hij tegelijk belijdt dat elke ware gelovige zich moet bekeren door Jezus te aanbidden:

“Wij hebben goddeloos gehandeld, Here, mogen naar al uw gerechtigheid uw toorn en uw grimmigheid zich toch afwenden van uw stad Jeruzalem”,    

De verhoring van Daniël bevestigt de juistheid van zijn vooronderstelling over de vastheid en trouw van Gods verbond met Israël:

“Terwijl ik nog sprak en bad en mijn zonde en de zonde van mijn volk Israël beleed, en mijn smeking over de heilige berg mijns Gods uitstortte voor den Here mijn God, terwijl ik nog sprak in het gebed, kwam de man Gabriël”,

Want volgens het woord van Gabriël tellen de zeventig weken alleen af als het Joodse volk in de heilige stad de dienst uitmaakt. Dat wil zeggen de zeventig weken tellen pas af, als “uw volk én uw stad” een éénheid vormen, en het Joodse volk in Jeruzalem de macht heeft! En daar dit van de 70 weken door Gabriël is gezegd tijdens het avondoffer, tellen de 70 weken alleen als de Joden de macht hebben over heel Jeruzalem inclusief het "heilige deel".
Daar er alleen aftellen van de 70 weken is als de Joden het heilige deel van Jeruzalem beheren, en de tempel een schaduw is van het Lam Gods, staat Jezus hierbij centraal.
Het aftellen van de 70 weken begon toen koning Kores de Joden opdracht gaf de tempel te Jeruzalem te herbouwen. Door dat bevel kregen zij de macht over Jeruzalem terug:

“Daniël, nu ben ik uitgegaan om u een klaar inzicht te geven. Bij het begin van uw smeekbede is er een woord uitgegaan, en ik ben gekomen om het u mee te delen. Let dus op het woord en sla acht op het gezicht.
Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad”,

Vooral de verbinding van de 70 weken met het avondoffer,  maakt toepassing van Jezus Christus op de door Gabriël genoemde gezalfde waarachtig en onweerlegbaar. De gezalfde zal Israël binnen de genoemde zeventig weken te Jeruzalem verlossen van hun zonden. De gezalfde is de in het paradijs beloofde Zoon die de kop van de Satan vermorzeld.

Jezus heeft aan het kruishout de zonde vol gemaakt, door tot zonde te worden en buiten de muren van Jeruzalem als een “vervloekte misdadiger” te sterven. Hij heeft het gezicht en de profetie over de “Gezalfde” te Jeruzalem bezegeld en vervuld door zijn dood en opstanding:

“Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding vol te maken, de zonde af te sluiten en om eeuwige gerechtigheid te brengen, gezicht en profeet te bezegelen en iets allerheiligst te zalven”.

Daar Gabriël altijd in verband met de komst van Jezus verschenen is, moest Daniël bij het bevel acht te slaan op “het gezicht”, vooral letten op de verschijning van de engel Gabriël:

 “Let op het woord en sla acht op het gezicht”.

Gabriël verschijnt hier net als eeuwen later bij de aankondiging van het kind Johannes als de heraut, en het Kind Jezus uit de maagd Maria, de moeder des Heren. Zodat de verschijning van Gabriël ten tijde van het avondoffer hier reeds de beloofde Messias centraal stelt. Daardoor heeft het woord over de tijd van de tempel tot op een gezalfde, betrekking op Jezus.
En de geschiedenis bevestigt, dat de tweede tempel in Jeruzalem en haar muren in 7 x 7 oftewel in 49 jaren zijn herbouwd. Dat is volgens Johannes 2:20 in 46 + 3 jaren:

“Weet dan en versta: vanaf het ogenblik dat het woord uitging om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen tot op een gezalfde; een vorst, zijn zeven weken”.

Het Joodse volk heerste vanaf de herbouw van de tweede tempel over Jeruzalem tot de overdracht van de macht aan het Romeinse rijk in het jaar 62 voor Christus. Dat is letterlijk  (7 x 7 = 49) en (7 x 62 = 434) 483 jaren na “het woord” om Jeruzalem te herbouwen.
De tweede tempel is met plein en gracht intact gebleven tot de komst van de gezalfde Jezus. En Jezus is door de Romeinse Pontius Pilatus buiten de muren van Jeruzalem gekruisigd:

“ en twee en zestig weken lang zal het hersteld en herbouwd blijven, met plein en gracht.. En na de twee en zestig weken zal een gezalfde worden uitgeroeid, terwijl er niets tegen hem is”

En daar een profetie eerst na uitkomst goed is te verstaan, zo ook hier. De uitkomst onthult, dat de zeventig weken als sabbatsjaren met de factor zeven moeten worden vermenigvuldigd. Na de kruisiging van Christus waren er 69 weken van de 70 voorbij. Er restte toen nog één jaarweek, voordat Jezus voor de tweede keer komt om te oordelen de levenden en de doden.
Toen de Joden van 67-70 na Christus in opstand kwamen tegen de Romeinen en daardoor de macht over Jeruzalem terugnamen, begon de laatste jaarweek af te tellen.

In het jaar 70 na Christus werd de opstand door de Romeinen neergeslagen en de tweede tempel verwoest. Daarmee eindigde de macht van het Joodse volk over Jeruzalem. Daar de opstand van de Joden al na drie jaren werd bedwongen, telde alleen de eerste helft van de laatste jaarweek af. Dit aftellen van de eerste halve jaarweek is al door Gabriël gezegd.
Doch met het einde van de tempel zijn de Joden de macht over Jeruzalem bijna 2000 jaar kwijtgeraakt. Al die tijd is de laatste halve jaarweek van de zeventig weken opgeschort:

“in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden”.

Met name de verovering van het heilige deel van Jeruzalem in de Zesdaagse Oorlog van 1967 roept de vraag op, wanneer het aftellen van de laatste halve jaarweek zal plaatsvinden.

Volgens Gabriël vindt het aftellen van de zeventig weken voortgang, zodra het Joodse volk de macht heeft over de tempel in Jeruzalem. Het tellen van de weken dat in het eerste jaar van Kores, door het mandaat begon, bleef zolang de Joden over de tempel en Jeruzalem regeerden.
En het aftellen ging verder toen het Joodse volk in 67 na Christus in Jeruzalem de macht greep. Dat wil zeggen, het aftellen van de laatste halve jaarweek van de zeventig weken krijgt een vervolg, zodra de Joodse Staat weer de macht heeft over het heilige deel van Jeruzalem.
Wat voor het begin geldt, blijft gelden tot en met de laatste halve jaarweek!  Kortom de tijd van de laatste halve week begint, zodra de Joden het bevoegde gezag over het heilige deel van Jeruzalem terugkrijgen dan wel door oorlogsgeweld heroveren.
Nu Israël tegenwoordig een democratisch staatsbestel heeft, moet de macht over het heilige deel van Jeruzalem op democratische wijze door het Joodse volk worden teruggenomen. Welnu, in 1980 heeft de Knesset, het democratisch gekozen Israëlische parlement, in een wet vastgelegd, dat Jeruzalem de “ongedeelde” hoofdstad is van de staat Israël. Door die wet is de regeermacht van het Joodse volk over het heilige deel van Jeruzalem officieel hersteld.

Zodat in 1980 de aftelling van de laatste halve jaarweek van de zeventig weken is begonnen. Het herstel van de macht over het heilige in Jeruzalem betekent daarom dat het einde nabij is. Want na de laatste halve week zijn de zeventig weken ten einde, en is de aardse tijd voorbij.

Na 1980 is echter de strijd tussen Israël en de Palestijnse moslims in alle hevigheid losgebarsten. Een strijd waarbij de omliggende volken tot het einde bij betrokken zullen zijn.  En omdat die strijd volgens deze profetie in de laatste week heel ernstig zal zijn, bevestigt de strijd, dat het af tellen van de laatste halve week in 1980 is begonnen:

“Hij zal het verbond voor velen zwaar maken een week lang, en tot het einde toe zal er strijd zijn: verwoestingen waartoe vast besloten is”.

Nu Gabriël in verband met Gods verbond tweemaal sprak over zwaar maken, herinnert de grote nood de Joden aan de kruisdood van Jezus, het Lam Gods, de Redder der wereld:

Maar op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen en wel tot het einde toe, waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is.”

Daar Gabriël dit Gods woord op de tijd van het avondoffer sprak, plaatste hij  het getuigenis van Jezus in het middelpunt bij de strijd over de heilsweg voor Gods oude verbondsvolk. Het volmaken van de overtreding van het volk van Daniël geldt alleen door het verzoenende kruisoffer van Gods Zoon, Jezus Christus. Zodat het woord van Gabriël als antwoord op de schuldbelijdenis van Daniël tijdens het avondoffer, elke ootmoedige Jood en Christen de uitweg wijst in het bloed van Jezus.

En hoe zwaar die strijd tegenwoordig in Israël is, toont de emigratie van 184.000 Joden tussen 1990 en 2002. Zij vertrokken wegens aanslagen en dagelijkse raket inslagen. Vooral veel Messiasbelijdende Joden vertrekken, omdat ze economisch ernstig worden gediscrimineerd.
Maar onder invloed van de democratisering zien we ook in de kerken een toenemende strijd. Sinds de laatste halve jaarweek is de strijd en afval in de Kerk niet meer te stuiten. In de Anglicaanse Kerk (de grootste Kerk van Engeland) circuleert zelfs al een officieel rapport, waarin gesproken wordt over mogelijke christenvervolging in Engeland!

Daarom is deze profetie over de laatste halve week uiterst belangrijk voor Israël en de Kerk. Want dit is de tijd van “verdrukking”, waarover Jezus zei, dat God de dagen zal inkorten ter wille van de uitverkorenen. De strijd blijft zolang het Joodse volk over het heilige deel van Jeruzalem de macht uitoefent.

Doch vele christenen kunnen de nood, zoals Israël, die in de laatste jaarweek moet meemaken, niet rijmen met Gods omzien naar Zijn oogappel, zijn verbondsvolk Israël. Hierdoor zien dezen Gods hand niet in de strijd van de volken om het heilige stadsdeel van Jeruzalem. En dat komt, omdat dezen niet inzien als Daniël, dat Gods toorn en kwaadheid een uiterste poging van Hem is, om zijn verbondsvolk te redden van de eeuwige ondergang.
Daniël raakte hierover niet verbijstert, omdat hij door het avondoffer zag op de Gods verbond met Israël, zodat het zwaar maken van Gods verbond herinnert aan het Lam Gods, Jezus!

Doch Gabriël treedt hier niet alleen op als heraut van de eerste komst van Jezus, maar ook van zijn tweede komst. Zodat de zware verdrukking in de laatste halve week van de zeventig weken een hemels teken is van Gods verbond met Israël en de Kerk door het bloed van Jezus.Want Gods Zoon, maakt “het verbond” voor Israël en de Kerk “ één week lang” zeer zwaar:

“En hij zal het verbond voor velen zwaar maken één week lang”.

eeeeVffff

 
   
Gods
verbond
met
Israël
Zeventig weken zullen de Joden na de ballingschap macht hebben over het heilige deel van Jeruzalem.
Bron: Encarta encyclopedie
De heilige klaagmuur van Jeruzalem

 

Het
woord
 
Zeventig
weken
zijn
Jaarweken
Geen volk heeft zo erg geleden door andere volken na de verwoesting van de tweede tempel dan de Joden.
Bron: Woord in Beeld ©Ten Have/Kok Kampen
Jezus en Jeruzalem
Macht
Joodse volk
over
Jeruzalem
is een
groots teken
 
Eeuwen lang hadden de Joden geen toegang tot de heilige plaatsen.
Bron: Ellips
Heidenen vertreden de heilige stad
Laatste
halve
week
telt af
 
Verbond
vraagt
antwoord
In 1980 hebben de Joden door een besluit/woord van de Knesset, het Joodse parlement, de macht terug over het heilige deel van Jeruzalem.
Bron: Encarta encyclopedie
Het heilige deel van Jeruzalem


 

   

Verbond
Israël
en
Kerk
is
zwaar

 

dat Hij over de puinhopen van Jeruzalem zeventig jaar zal doen verlopen.
Bron: Woord in Beeld ©Ten Have/Kok Kampen
Gabriël, de heraut
 

 

START  Copyright © 1998 R.H. Keegstra; meer informatie:  ds.r.h.keegstra@planet.nl  Laatst gewijzigd: 10-04-2021