De gruwel der verwoesting.
Tekst: “ Zie, ik maak u bekend wat geschieden zal in het laatst van de
gramschap; want het doelt op het tijdstip van het einde”. Dan. 8:19.
Nergens blijkt uit de
verklaring van Gabriël over de tweeduizend driehonderd avonden en morgens,
dat dit alleen over Antiochus de Vierde gaat, zoals vele uitleggers
verklaren.
Daar Antiochus de Vierde de
Tempel niet heeft verwoest, deugt deze uitleg van geen kant.
En hoewel de grondtekst
duidelijk spreekt over het koningschap van het vierde wereldrijk, het
Romeinse, passen genoemde uitleggers dit aan ten gunste van Antiochus de vierde. Want
letterlijk vertaald zegt de grondtekst: “En na hun koningschap” en niet
zoals de NBG vertaling zegt “in het laatst van hun koningschap”:
-
“En in het laatst van hun
koningschap (En ná hun koningschap RHK), als de boosdoeners de maat hebben volgemaakt,”NBG.
Dit gezicht sluit aan bij
het vorige, zodat alle vier wereldrijken er weer bij betrokken zijn:
-
“In het derde jaar van koning
Belsazar verscheen mij, Daniël, een gezicht, na het gezicht, dat mij
eerder verschenen was”.
De vraag van een “heilige”
over de tijdsduur, leert, dat het hier over de ware godsdienst gaat en de
erkenning van Gods hand in het wereldgebeuren:
Zie ook Openbaring hoofdstuk 15.
-
“Toen hoorde ik een heilige
spreken, en een andere heilige zeide tot degene die gesproken had: Hoelang
zal dit gezicht gelden..”.
Het vorige gezicht staat in
het teken van vijandschap tegen God en zijn volk. Terwijl in dit gezicht de
gevolgen van de vijandige houding tegenover Gods Tempel en de Messias centraal staan.
Want “het optreden” tegen
de Vorst der vorsten is letterlijk gedaan door een gouverneur van het
Romeinse wereldrijk. De romein Pontius Pilatus veroordeelde zonder
reden Gods Zoon, Jezus Christus, tot de kruisdood:
-
“Ook tegen de Vorst der vorsten
zal hij optreden”.
En onder leiding van
de Romeinse keizer Titus is de tweede Tempel in Jeruzalem verwoest in 70 na
Christus. Zodat het Romeinse wereldrijk eveneens bij dit gezicht is betrokken:
-
“Zelfs tegen de Vorst van het
heir maakte hij zich groot en Hem werd het dagelijks offer ontnomen en
zijn heilige woning werd neergeworpen”.
Verder is het Romeinse
wereldrijk door de overname van de Griekse democratie in geestelijke zin
“klein” uit het Griekse Rijk ontstaan. De kracht van een democratie
ligt door de rechten van de burger bij de volksgunst. Het was de kracht van de volksgunst, die Pilatus
dwong Jezus Christus te laten kruisigen. Zodat het optreden tegen de
Vorst der vorsten en het prijs geven van het heiligdom, respectievelijk de
dood van Jezus en de letterlijke vernietiging van de tweede Tempel is.:
-
“En uit één daarvan kwam weer
een horen voort, die klein begon, maar die zeer groot werd tegen het
Zuiden, tegen het Oosten en tegen het Sieraad, ja, zijn grootheid reikte
tot aan de heir des hemels, en hij deed er van het heir, namelijk van de
sterren, ter aarde vallen, en vertrapte ze”.
Maar behalve de verwoesting
van de tweede Tempel komt er ook nog een blijvende “overtreding” voor in de
plaats. Letterlijk vertaald vanuit de grondtekst wordt gezegd dat een
machtig volk boven op het volmaakte (dat is het Tempeldomein), een
“overtreding” zal maken. En omdat dit volk de waarheid “blijft” vertrappen,
is het een ander volk dan de Romeinen. (De Romeinen hebben immers later het
christelijke geloof aangenomen).
Hun overtreding is, dat ze
de wet prediken zonder het evangelie. In plaats van verzoening door het
bloed van Christus handhaaft dit heir “goede” werken als weg tot Gods
koninkrijk.
Die “overtreding” op de
plaats van de vernietigde Tempel komt op alle punten overeen met de leer van
moslims en hun moskee, “de Koepel van de Rots” op het Tempeldomein.
-
“En een heir stelt op de plaats
van het dagelijks offer een overtreding(RHK) en werpt de waarheid ter
aarde en bewijst zijn bekwaamheid”.
De “Koepel van de Rots” is
echter meer dan een overtreding. Moslims leren dat het heil verdiend moet
worden door “goede werken”, terwijl op de Koepel van de Rots staat: “God
heeft geen Zoon”. Zodat beide, het gebouw en de godsdienst van de Moslims in
strijd is met de heilsweg van wet en evangelie uit de bijbel. Want daar de
Tempeldienst een afschaduwing is van het kruisoffer van Jezus Christus,
verwerpen moslims met hun leer en gebouw op het Tempeldomein Gods Zoon als de
Verlosser.
Die overtreding wordt een
gruwel genoemd, omdat haar volgelingen daardoor het eeuwige leven mislopen.
-
“En ik hoorde een heilige
spreken en een heilige zeide tot degene die sprak, hoelang is dit gezicht,
het volmaakte, de verwoestende overtreding, het prijsgeven van het
heiligdom en het vertrappen van het heir”.
Sinds de Griekse
wereldheerschappij staat het Tempeldomein en zijn godsdienst gedurig onder
geestelijke druk en bloot aan oorlogen. Door de Grieken zijn tien oorlogen
gevoerd, met het heiligdom de Tempel als inzet. De ontwijding van de Tempel,
door een varken en de invoering van Griekse wetten in 167 voor Christus door
Antiochus de vierde, is het bewijs.
Maar het Romeinse
wereldrijk is verantwoordelijk voor de kruisdood van Jezus Christus.
Ook hebben de Romeinen het
dagelijkse offer doen ophouden door de verwoesting van de Tempel in het jaar 70 na
Christus.
Maar toen de Romeinen tot
geloof kwamen in Christus, verdween hun “democratische” Rijk.
-
“Ook tegen de Vorst der vorsten
zal hij optreden, doch zonder mensenhanden zal hij vernietigd worden”.
Vervolgens hebben in
overeenstemming met dit gezicht Moslims daarna in Jeruzalem een overtreding
ingesteld. In het jaar 691 na Christus hebben ze op het Tempeldomein een
moskee gebouwd; “de Koepel van de Rots” beschreven met de woorden: “God
heeft geen zoon”.
En zij ontzegden tot 1980
Joden de toegang tot de klaagmuur, de overgebleven westelijke muur van de
Tempel. Zodat al die tijd geen Jood “de gruwel der verwoesting” te zien
kreeg!
Aan dit niet zien is na
2300 avonden en morgens een einde gekomen. In het jaar 1980 is het heiligdom
te Jeruzalem in rechte staat hersteld door de aanname van een wet door de
Knesset, het parlement van Israël. Artikel 1 van deze wet verklaart dat het
“verenigd Jeruzalem de hoofdstad van Israël is”.
Sindsdien hebben Joden
rechtens toegang tot “de Klaagmuur” in Jeruzalem. En wat meer is
sindsdien zien Joden de “Koepel van de Rots” op de heilige plaats.
-
“En hij zeide tot mij
tweeduizend drie honderd avonden en morgens; dan zal het heiligdom tot
zijn recht worden gebracht.”
De vraag waarom de
Rotskoepel een gruwel is die verwoesting brengt, wordt door de bijbel
beantwoord. De bijbel zegt dat geen mens door goede werken wordt gered, want
allen hebben gezondigd tegen God en de naaste en missen het Koninkrijk
Gods.
De gruwel der verwoesting
op het Tempeldomein is geen misser van God, maar een heftige oproep tot
inkeer en bekering aan de Joden onder verwerping van goede werken als
heilsweg!
Daar dit gezicht zo tot
zijn recht komt is dit Gods bedoeling met de Rotskoepel.
God gebruikt de “Rotskoepel
op het Tempelplein en de leer van Moslims om de Joden in te prenten, dat
goede werken eeuwige verwoesting brengt en geen heil.
Alleen het verzoenende bloed van het
Gods Lam redt elke “zondaar”, die Hem aanroept in nood.
Het gezicht van de
2300 avonden en morgens heeft echter evenals de woorden van Jezus over de gruwel
der verwoesting een zogenaamde dubbele bodem. Behalve eeuwige geestelijke
verwoesting brengt deze gruwel na 1980 ook letterlijk verwoesting door
oorlogsgeweld.
De plaats van de aartsengel
Gabriël toont het hoe van “het einde” van het gezicht en waarop het in de
eindtijd uitloopt:
-
” En het gezicht van de avonden
en de morgens, waarvan gesproken werd, dat is waarheid”.
Want omdat Gabriël bevel
kreeg dit gezicht te doen verstaan, moet men hem op de voet volgen en er op
letten waar hij tijdens zijn uitleg is:
-
“en ik hoorde een menselijke
stem over de Ulai, welke zeide: Gabriël doe deze het gezicht verstaan”.
Want toen hij sprak was
Gabriël op dezelfde plek als Daniël gaan staan:
-
“En hij kwam tot waar ik stond”.
Daar Gabriël het gezicht
van de avonden en de morgens op het slagveld heeft uitgelegd, gaat de ware
godsdienst gepaard met oorlogen. De verplaatsing van Gabriël naar het
slagveld van de Grieken tegen de Meden en Perzen benadrukt vooral de
vijandschap van de Grieken en hun denken tegen de godsdienst en Gods Tempel.
Want de Meden en Perzen waren op de hand van de Joden. Immers zij gaven de
Joden de vrijheid om de Tempel te herbouwen.
En omdat Daniël op “het
einde” van de strijd moet letten van de ram en de geitenbok, is het einde
van het Perzische Rijk “het beginpunt” van de Griekse vijandschap:
-
“Versta mensenkind, dat het
gezicht doelt op den tijd van het einde”.
Het “beginpunt” van de
avonden en de morgens is dus in het jaar 323 voor Christus. In dat jaar
versloeg Alexander de Grote het Perzische Rijk, terwijl hij zelf kort daarna
stierf:
-
“De geitenbok nu maakte zich
bovenmate groot, maar toen hij machtig werd, brak de grote hoorn af, en
vier opvallende horens rezen in diens plaats op”,
Geteld vanaf 323 voor
Christus eindigt het gezicht van tweeduizend driehonderd avonden en morgens
in jaren gerekend in 1977. Daar Jezus echter 3/4 jaren voor onze jaartelling
is geboren, en er dus 3/4 jaren bij geteld moeten worden, komt men uit bij
het jaar 1980.
In dat jaar is het
heiligdom te Jeruzalem door een besluit van de Knesset tot zijn recht
gekomen, door annexatie van Oost - Jeruzalem. Dit besluit komt overeen met
het einde van het gezicht van de avonden en de morgens in 1980.
Tot zijn recht komen wil
zeggen, dat men inziet door de gruwel der verwoesting, dat de weg door
“goede werken” aan het einde geen leven geeft, maar de hellestraffen.
Want Jezus zei: “Niemand
komt tot de Vader dan door Mij”. Met andere woorden, niemand krijgt deel aan
Gods Koninkrijk dan door het verzoenende bloed van Jezus, Gods Zoon:
-
“Zie, ik maak u bekend wat
geschieden zal in het laatst van de gramschap; want het doelt op het
tijdstip van het einde”.
De Here geeft in de
eindtijd de Rotskoepel op het Tempeldomein nog een belangrijke functie. Want
in plaats van God zoekt Israël tegenwoordig bescherming bij westerse
wereldmachten.
Om de gunst van de VS en
Europa te winnen, hebben Israël en Jeruzalem zich gelijk gemaakt aan deze
volken. Terwijl een "democratie" de rechten van de mens in de plaats van Gods
rechten (de Wet) stelt. Daarom doet God hen door Moslimvolken vastlopen in
hun ongeloof!
Daardoor is de Rotskoepel
een gruwel, die aan het eind der tijden behalve eeuwig geestelijk verderf,
ook letterlijke verwoesting geeft door oorlogsgeweld zonder uitzicht op
vrede.
Daarmee herinnert de Here
zijn volk aan hun identiteit. Want Israël kent zijn God niet meer. Het meet
zich een Westerse identiteit aan. Daarom laat de Here zijn volk vastlopen in
geweld.
De sporen van die strijd
rondom de "Rotskoepel" te Jeruzalem worden vandaag al zichtbaar.
Dus is het tegenwoordige
Tempeldomein door de “Koepel van de Rots” een belangrijk teken van de
eindtijd en een baken voor Joden en Christenen van het Heil en de macht van
Jezus.
Nu God de Joden dwingt
hun houding tegenover het “heilige” te Jeruzalem te heroverwegen, is de
terugkeer van de Joden een roepstem tot geloof in Jezus en Gods woord:
-
“ Zie, ik maak u bekend wat
geschieden zal in het laatst van de gramschap; want het doelt op het
tijdstip van het einde”.
eeeeVffff
NAAR BOVEN