Mensen als dieren.
Daniël 7
-
Tekst: “ Ik
zag, dat die horen strijd voerde tegen de heiligen en hen overmocht,
totdat de Oude van dagen kwam en recht verschaft werd aan de heiligen van
de Allerhoogsten ”. Dan.7:28.
Door de droom van
Nebukadnesar over “het beeld met het gouden hoofd” wist Daniël, dat er vier
grote wereldrijken zouden komen. Ook dat God tijdens het vierde wereldrijk
een koninkrijk opricht, dat tot in eeuwigheid blijft. Zie Daniël 2.
Hoewel in dit gezicht
sprake is van dieren blijkt uit de woorden aan Daniël, dat de dieren
dezelfden zijn als de koningen van het beeld. En omdat de vier dieren
verschillen gaat het met de Rijken om verschillende volken, zodat met koning
Belsazar niet het tweede wereldrijk was gekomen. Dat Rijk kwam door een
ander volk, de Meden en de Persen.
Terwijl het derde, het
Macedonische Griekse wereldrijk begon met Alexander de Grote.
Het vierde wereldrijk
ontstond toen het volk van Rome de heerschappij over volken verwierf.
De antwoorden op de vragen
lieten Daniël weten, dat profetieën een letterlijke en geestelijke betekenis
hebben. Zodat de leiders van de vier grote wereldrijken letterlijk koningen
zijn, en in geestelijke zin dieren. Als dieren zijn ze vijanden van
God en zijn volk.
Dus leerde de hemelse
gezant Daniël hoe hij de tekst van dit gezicht moet verstaan.
En dat zijn omgang met
profetieën goed is, zegt de Here Jezus.Want bij zijn spreken over de
“laatste dingen” verwijst Hij naar Daniël en noemt hem een “profeet”! Zie
Mattheus 24.15.
Het is dus correct, dat
orthodoxe Joden de profetieën ook een “letterlijke” betekenis geven. Zodat
christenen voor het verstaan van profetieën hiermee rekening moeten houden.
De vier wereldrijken worden
dieren genoemd, omdat hun streven niet uit God is, maar aards gericht en
tegen Gods wetten en zijn volk. Want ze komen in geestelijke zin op uit de
zee van de vervloekte aarde, dat is de begeerte naar roem, eer, macht en
zelfontplooiing:
-
“en zie, de vier winden des
hemels brachten de grote zee in beroering, en vier grote dieren stegen uit
de zee op, het ene verschillend van het andere”.
Waaruit de “menswording”
van het eerste dier bestaat, wist Daniël door “de verandering van de
gezindheid” van Nebukadnesar ná zijn krankzinnigheid. Voor zijn
krankzinnigheid was hij een dier en werden de drie vrienden van Daniël in de
brandende vuuroven geworpen.
Maar zodra Nebukadnesar zich
voor God vernederde, na een periode van krankzinnigheid, veranderde zijn
gezindheid en kreeg hij een mensenhart. Toen hij in geestelijke zin een
mensenhart gekregen had, vereerde hij God en zijn volk, de Joden:
-
“Het eerste geleek op een leeuw,
en het had adelaarsvleugels. Terwijl ik bleef toezien, werden het de
vleugels uitgerukt, en werd het van de grond opgeheven en op twee voeten
overeind gezet als een mens, en werd het een mensenhart gegeven”.
Het gebeuren met
Nebukadnezar onthult, dat God in de wereld de tijden verandert door het
afzetten en aanstellen van koningen. Hij verandert de harten van mensen.
Gods geest waait waarheen Hij wil. Hij beheerst en leidt de vier winden van
de hemel:
-
“en zie, de vier winden des
hemels brachten de grote zee in beroering, en vier grote”..
En de Bijbel leert ons dat
met het tweede dier, de half opgerichte beer, het Rijk van de Meden en
Persen is bedoeld. Daar deze als dier een vijand van Gods volk is, geven de
drie ribben in zijn bek te kennen, dat het hele Joodse volk toen ten prooi
van de Meden en Persen was gevallen. Zoals ook het bijbelboek “Ester” leert.
Letterlijk heeft Haman het leven van het Joodse volk door een wet in handen
gespeeld van hun koning. Door die wet was Gods volk in alle honderd
zevenentwintig gewesten van het Rijk van Ahasveros ten dode opgeschreven.
Het “oprichten” van de beer
duidt op de verandering van het hart van koning Ahasveros.
God veranderde zijn
gezindheid tegenover de Joden, door hem de slaap te ontnemen, en te
herinneren aan de redding van zijn leven door “de Jood” Mordechai. Ester 6:
1vv.
Zodra zijn hart veranderde
gaf hij de Joden een uitweg door een andere wet.
Hoewel Haman tot koning
Ahasveros zei: “sta op, eet veel vlees”, verhinderde God dit:
-
“En zie, een ander dier, het
tweede, geleek op een beer; het richtte zich op de ene zijde op, en drie
ribben waren in zijn muil tussen zijn tanden; en men sprak tegen hem
aldus: sta op, eet veel vlees”.
Voor Daniël was de
gezindheid van het tweede dier toen nog onduidelijk, maar de vijandige
houding tegen Gods volk van het vierde dier niet. Zijn vraag naar de zin van
dit alles, leert dat hij heeft begrepen, dat Gods volk van het vierde dier
de meeste moeite staat te wachten:
-
“Ik naderde een van hen die daar
stonden, en vroeg hem de ware zin van dit alles”.
Hem wordt geantwoord, dat
Gods heilig volk tot het einde van de aardse tijd de onderliggende partij
zal zijn. Pas wanneer de aardse tijd ten einde is, zullen de heiligen worden
opgenomen en als koningen heersen.
Zie ook Openbaring hoofdstuk 37.
-
“die grote dieren, die vier,
zijn vier koningen, die uit de aarde zullen opkomen; daarna zullen de
heiligen des Allerhoogsten het koningschap ontvangen, en zij zullen het
koningschap bezitten tot in eeuwigheid, ja tot in eeuwigheid der
eeuwigheden”.
Dit antwoord bevestigt, dat
gelovigen op aarde veel strijd en moeite wacht. Dit betekent ook, wanneer de
Joden weer in hun land wonen, zij zich tot het einde afhankelijk maken van
de aardse grootmachten in plaats van hun God. Want ook in het laatst der dagen zullen de heiligen
van Israël en de Kerk grote moeiten van “vijandige” volken moeten
verduren.
Om die reden wilde Daniël
alles weten van het “vierde dier” met zijn ijzeren tanden en de tien horens.
En van die ander, die er groter uitzag dan de andere. Vooral nu hij begreep,
dat Gods volk het meest te lijden zou hebben van het vierde dier. Want het
vierde is een buitengewoon vreselijk dier, dat zijns gelijke niet kent onder
de dieren.
Daar het vierde dier
koningen zijn van het Romeinse wereldrijk, moeten de vreselijke werken van
de bedoelde tien Romeinse koningen (tien horens) tegen Gods volk bekend
zijn:
-
“Toen wilde ik de ware zin weten
van het vierde dier, dat van die alle verschilde, dat buitengewoon
vreselijk was (..) en van de tien horens, welke op zijn kop waren”,
Welaan, de geschiedenis
kent tien perioden dodelijke vervolgingen van christenen door tien keizers
van het Romeinse wereldrijk. Ofschoon ondanks die dodelijke verdrukking de Kerk
groeide. Het bloed der martelaren werd het zaad der Kerk, omdat
de Here de christenen in hun nood tot de dood nabij was!
Zie Openbaring hoofdstuk 4.
Maar na de tien horens zal
er nog één kleine “horen” komen. En evenals het eerste Romeinse wereldrijk
in geestelijke zin klein begon uit dat van de Grieken door de overname van
hun democratie, zo ook het tweede Romeinse wereldrijk. En omdat deze voortkomt
uit het vierde dier, zal hij in de eindtijd opkomen in hetzelfde gebied als
het eerste “Romeinse Rijk”, en dus in “Europa”. Zodat er in de eindtijd een
tweede Romeinse wereldmacht zal komen:
-
“Terwijl ik op de horens (tien)
lette, zie, daartussen verhief zich een andere kleine horen”.
Het tweede Romeinse
wereldrijk zal zich niet alleen keren tegen de gelovigen, maar ook tot de
dag des oordeels blijven. Want tijdens het laatste Romeinse Rijk komt “de
opname van de heiligen” en het oordeel. Zodat de komst van dit Rijk het
einde der tijden aankondigt:
-
“Ik zag, dat die horen strijd
voerde tegen de heiligen en hen overmocht, totdat de Oude van dagen kwam
en recht verschaft werd aan den heiligen des Allerhoogste.”
En omdat de laatste horen
bij zijn opkomst drie koningen zal vernietigen, is de komst van het tweede
Romeinse Rijk in Europa gemakkelijk te herkennen:
-
“en na hen zal een ander
opstaan; die zal van de vorige verschillen en drie koningen ten val
brengen.”
Terwijl het tweede Romeinse
wereldrijk door de handhaving van de rechten van de mens sympathiek en
menselijk is (mensenogen), geldt dat niet voor gelovigen.
Zijn grote mond tegen de Allerhoogste bevestigt zijn anti christelijke
houding:
-
“in dien horen waren ogen als
mensenogen en een mond vol grootspraak.”
Welnu, het tweede Romeinse
Rijk is al in Europa begonnen. De Franse Revolutie, die begon in 1789, heeft
reeds drie grote koningen ten val gebracht en zodoende de fundamenten
gelegd voor een democratische Europese wereldmacht.
Zie Openbaring hoofdstuk 28.
De Franse Revolutie, die
hun eigen koning doodde, heeft in 1917 geleid tot de Russische Revolutie en
de Duitse in 1918, en achtereenvolgens de dood van de tsaar en verbanning
van de keizer. Deze revolutie heeft in de voormalige Sovjet Unie geleid tot
miljoenen doden.
Behalve de val van drie
grote koningen en het veranderen van de tijden zal ze volgens deze profetie
ook nog de wet veranderen. Dit laatste woord geldt ook voor het aardse Jeruzalem.
De Franse Revolutie verhief
“de rechten van de mens” tot wet door invoering van de kieswet. Door de
kieswet hebben de volken het recht koningen en regeringen af te zetten en
aan te stellen. Deze wet als product van de Franse Revolutie, werd in en na
1848 in heel Europa werkzaam. En waar door de Franse Revolutie het
zelfbeschikkingsrecht van het volk is ingevoerd, verliezen Gods wet en de
Kerk hun betekenis:
-
"hij zal er op uit zijn
tijden en wet te veranderen".
Doordat de “democratie” Gods
wet ondergeschikt maakt aan de rechten van de mens, worden uiteindelijk Joden en
christenen ervan het slachtoffer. De vernietiging van zes miljoen Joden
door Nazi-Duitsland kon gebeuren, doordat zij de rechten van de mens boven
Gods rechten stelden. Hetzelfde gevaar bedreigt Joden en christenen in de
eindtijd:
-
“Hij zal woorden spreken tegen
de Allerhoogste, en de heiligen van de Allerhoogste te gronde richten”;
De Franse Revolutie en het
tweede Romeinse Rijk komen op alle punten overeen met wat er gezegd wordt van
de kleine horen. Dat geldt sedert 1980 ook voor Jeruzalem.
Want “de Knesset” (gekozen
Parlement) heeft in 1980 door een wet Jeruzalem tot de ongedeelde hoofdstad
van Israël gemaakt, waardoor “de democratie” ook in de Godsstad is. Nu ook
Jeruzalem door een democratie gelijk is aan het tweede Romeinse
Rijk is het einde nabij. Want de heiligen zullen slechts “3½ tijd” in de
macht van de kleine horen (democratie) worden gegeven en zijn vijandschap
ervaren. En 3½ tijd is de helft van een jaarweek (één jaarweek is 7 x 7 = 49
jaren). Zie Daniël 11e:
-
“en zij zullen in zijn
macht gegeven worden voor één tijd en tijden en een halve tijd”.
En iedereen kan
tegenwoordig merken hoe Jeruzalem en de Kerk in Europa door de geest van de
Franse Revolutie steeds meer onder druk worden gezet. En hoe de grootspraak
tegen God toeneemt, door het maken van wetten, die in strijd zijn met Gods
wetten, almacht en bestuur.
Het resultaat van de
vervanging van Gods wet door de rechten van de mens heeft grote gevolgen.
Want daar God de meergenoemde “horen” de ruimte geeft om een grote mond vol
grootspraak te hebben, lijken God en zijn beloften zonder waarde.
En door de wetteloosheid
wordt de geloofsliefde van velen in Israël en de Kerk koud.
Maar wie volhardt in de
goede strijd tot het einde, en zich laat reinigen in het verzoenende bloed
van Gods Zoon, Jezus Christus, voordat Hij komt, zal leven tot in
eeuwigheid.
Want de laatste anti
christelijke democratie blijft niet altijd, maar slechts 3½ tijden. Deze en
de volgende gezichten van Daniël maken de tegenwoordige strijd om Jeruzalem en
de Kerk doorzichtig, en tot onuitwisbare “sporen” van de eindstrijd tot de
wederkomst van Christus:
-
“Ik zag dat die horen strijd
voerde tegen de heiligen en hen overmocht, totdat de Oude van dagen kwam
en recht verschaft werd aan de heiligen van de Allerhoogste”.
eeeeVffff
NAAR BOVEN