Hoofdstuk 10
Start Auteur Daniël inleiding Bibliografie Laatste nieuws Openbaring v Johannes Gesprekspunten Links

 Sporen van de wederkomst van Jezus Christus   

Omhoog
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 11
Hoofdstuk 12
Hoofdstuk 13
Hoofdstuk 14
Hoofdstuk 15
Hoofdstuk 16
Hoofdstuk 17
Hoofdstuk 18
Hoofdstuk 19
Hoofdstuk 20
Hoofdstuk 21
Hoofdstuk 22
 

Plagen moeten de Kerk redden

Openbaring 4:1 – 4:11

 

“Want Gij hebt alles geschapen en door uw wil was het en werd het geschapen”. Openbaring 4:11.

Jezus toont Johannes waarom de dingen ondanks een geopende hemel moeten geschieden. Daar “na deze dingen” betrekking hebben op de zeven brieven en wat moet geschieden de verzegelde boekrol is, komen de plagen uit de boekrol tijdens de zevende brief aan Laodicea:

“Na deze dingen zag ik en zie, er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had alsof een bazuin met mij sprak, zeide: Klim hierheen op en Ik zal u tonen wat na dezen geschieden moet”.

Wanneer Johannes in de geest is opgetrokken tot vlak voor de hemelse troon, ziet hij behalve Gods troon in al zijn majesteit ook vier en twintig oudsten en vier dieren in de hemel! Doch omdat de dieren dag en nacht voor Gods heerlijkheid en eer in touw zijn, vragen allereerst de dieren zijn aandacht. Want telkens opnieuw verklaren de dieren in de hemel de Here driemaal heilig als de Almachtige, die was en die is en die komen zal. Daarmee belijden de dieren dat God vasthoudt aan zijn verbond met Noach, toen Hij beloofde zolang de aarde bestaat alle vlees van brood en voedsel te voorzien. Als teken van dat verbond gaf de Here de regenboog, die Johannes rondom Gods troon als smaragd ziet schitteren.

Doch behalve de regenboog is Johannes getuige van bliksem en donder die telkens uit de troon uitgaan. De bliksem en donder wijzen op de benodigde stortbuien voor de groei van de gewassen op aarde om alle vlees dagelijks van brood en voeding te voorzien.
De vier dieren bevinden zich echter in en rondom Gods troon, zodat zij ook betrokken zijn bij de bliksem en donder die als teken van regen en wind van de troon uitgaan. En daar de dieren zich in en rondom de troon bevinden, zijn de stemmen die van de troon uitgaan afkomstig van de vier dieren, die dag en nacht driemaal heilig roepen:

“Terstond kwam ik in vervoering van de geest en zie, er stond een troon in de hemel en iemand was op die troon gezeten. En die er op gezeten was, was van aanzien den diamant en sardius gelijk; en een regenboog was rondom den troon, van aanzien den smaragd gelijk. En rondom de troon waren vier en twintig tronen, en op die tronen waren vier en twintig oudsten gezeten, in witte klederen gekleed en met gouden kronen op hun hoofden. En van den troon gingen bliksemstralen, stemmen en donderslagen uit; en zeven vurige fakkels brandden voor de troon; dit zijn de zeven Geesten Gods. En voor de troon was een glazen zee, kristal gelijk. En midden in den troon en rondom den troon waren vier dieren, vol ogen van voren en van achteren”.

Daar Johannes de vier dieren nauwkeurig gaat beschrijven, tonen dezen hem als eersten waarom de plagen uit de boekrol ondanks een open hemel plaatsvinden. Het eerste dier lijkt op een leeuw die als een koning de wilde dieren vertegenwoordigen voor Gods troon. Terwijl het tweede dier als een rund namens al het vee voor Gods troon optreedt. Het derde dier met een gezicht als van een mens vertegenwoordigt de mensen, die evenals de leeuw en het rund hun dagelijks levensonderhoud van God verwachten. Omdat de orthodoxe Joden in Israël in de regentijd elke dag om vroege en late regen bidden, lijkt het dier met een mensengezicht Gods oude verbondsvolk te vertegenwoordigen. Want in Israël voegen de Joden ieder jaar in de winter driemaal daags een gebed om regen toe aan hun gebeden. En als de eerste regen valt is dat een gebeurtenis die ze ervaren als een gebedsverhoring.

Het vierde dier, een vliegende arend, vertegenwoordigt al het gevogelte in de wereld die God elke dag voedt. Om Johannes te tonen hoe de Here zijn schepping tot de jongste dag onderhoudt en leidt, laat Hij hem zien dat elk dier zes vleugels heeft en ogen van binnen en van buiten. Wie ogen van binnen niet mogelijk acht, dient te bedenken dat de ervaring leert dat dieren eerder op de hoogte zijn van naderend onheil dan de mens. Een ingeschapen instinct waarschuwt dieren voor naderend onweer, alsof zij inderdaad van binnen ogen hebben. Verder zien dieren vee en vogels door hun uitpuilende ogen van voren en achteren.

De Here toont Johannes dat de vier dieren hun ogen en vleugels dag en nacht gebruiken om Gods almachtige hand in hun levensonderhoud te ervaren en te belijden. Hun belijdenis ontmaskert het lauwe geloof van het huidige christendom, zoals die blijkt uit de reactie op de klimaatverandering, alsof de mens die bewerkt in plaats van de almachtige God.

Wie echter meent geen boodschap aan de vier dieren te hebben, lette op de oudsten. Want de vier en twintig oudsten die Israël en de Kerk vertegenwoordigen, stemmen de tijd van hun eigen belijdenis af op die van de vier dieren door telkens na hen de Here te aanbidden:

“En het eerste dier was een leeuw gelijk, en het tweede dier een rund gelijk, en het derde dier had een gelaat als van een mens, en het vierde dier was een vliegende arend gelijk. En de vier dieren hadden elk voor zich zes vleugels en waren rondom en van binnen vol ogen en zij hadden dag noch nacht rust, zeggende: Heilig, heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, die was en die is en die komt”.

Want telkens als de dieren de Here heerlijkheid, eer en dank bewijzen, werpen de oudsten zich in diepe ootmoed neer voor God en aanbidden Hem als afhankelijke gelovigen. Met hun reactie op die van de dieren bevestigen de oudsten, dat de Here tot het einde van de wereld alle vlees zal onderhouden en voeden, zoals Hij Noach beloofde.

Tegelijkertijd is het waar dat de oudsten hun geloof anders belijden dan de vier dieren. Want de oudsten verootmoedigen zich uitermate. Hoewel zij op tronen zitten, vernederen zij zich schuldbewust en ootmoedig voor de troon en aanbidden de Here, terwijl ze hun kronen voor de troon werpen. Hun belijdenis leert dat zij zich wegens de geopende hemel voor de Here vernederen. Hun belijdenis gaat verder dan levensonderhoud of brood alleen als de dieren. De oudsten belijden dat Jezus de vernielde schepping door hun schuld opnieuw heeft geschapen. En dat is ook zo! Hun belijdenis: “om uw wil was het en werd het geschapen” getuigt van de herschepping van de vernielde eerste schepping. Die herschepping van de vernielde schepping vond plaats door het lijden en sterven van Jezus Christus, Gods Zoon. De herschepping door Gods Zoon is het grootste bewijs dat de almachtige God de wereld niet aan zijn lot overlaat, maar volgens zijn woord leidt en bestuurt naar de dag des oordeels.

De belijdenis over de herschepping geeft aan waarom de oudsten anders dan de dieren met diepe ootmoed aanbidden. De ootmoedige belijdenis van de oudsten betekent dat zij niet van brood alleen leven als de dieren, maar van elk woord en in de hoop op het eeuwige leven. Want door de herschepping, door het lijden en sterven van Jezus is er een open hemel voor zondaren. Doch het kruis betekent niet alleen verzoening voor zondaren, maar het kruis van Christus getuigt allereerst op de meest sterke wijze van eeuwige verlorenheid van elke mensenziel. Het geloof van de dieren en de diepe ootmoed van de oudsten ontmaskert de hoogmoed van het tegenwoordige christendom, die de ogen heeft gesloten voor de ergernis van het kruis. In het licht van de dieren die bij brood alleen leven en de nederige ootmoedige reactie van de oudsten, komt het geloof van het huidige christendom in een schel licht te staan.

Door de belijdenis van de dieren en de schuldbewuste ootmoed van de oudsten toont de Here, dat in de eindtijd het kruis als teken van onze verlorenheid door de Kerk wordt verzwegen. Want hoewel zij op tronen gezeten zijn met gouden kronen belijden zij niet jubelend van vreugde hun hemelse positie, maar in diepe ootmoed en nederigheid hun Here en Redder. De belijdenis van de dieren ontmaskert alle ongeloof in de almachtige God, terwijl de schuldbewuste ootmoed van de oudsten de hoogmoed van Israël en de kerken blootlegt.

Dat Johannes de diepe ootmoed en schuldbewuste houding van de oudsten live moet zien, betekent dat Jezus met het oog op Israël en de Kerk de verzegelde boekrol doet komen. Die komt, ook al luistert het christendom vandaag liever naar de valse tonen van hen, die beweren dat christenen geen deel zullen krijgen aan de plagen uit de verzegelde boekrol!

“En wanneer de dieren heerlijkheid, eer en dankzegging zullen brengen aan Hem, die op de troon gezeten is en tot in alle eeuwigheid leeft, zullen de vier en twintig oudsten zich neerwerpen voor Hem, die op de troon gezeten is en hem aanbidden, die tot in alle eeuwigheid leeft, en zij zullen hun kronen voor de troon neerwerpen, zeggende: Gij, onze Here en God, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de macht; want Gij hebt alles geschapen, en om uw wil was het en werd het geschapen”.

De schuldbewuste ootmoed van de oudsten dwingt elke lezer zijn geloof en ootmoed te toetsen aan die van de dieren en de oudsten in de hemel. Juist de komst van de plagen van de verzegelde boekrol toont de noodzaak van schuldbewuste ootmoed voor God.
De tegenwoordige houding van de kerken bij de klimaatverandering illustreert niet alleen het ongeloof in God als de Almachtige, maar ook de valse hoogmoed. De ootmoed van de oudsten komt in de verste verte niet overeen met halleluja roepende christenen en evenmin met hen die zich voor het heil beroepen op Gods verbond met hen.
Dat de Here de kerken vandaag door het coronavirus doet sluiten, moet iedere vorm van hoogmoed jegens Jezus doen veranderen in schuldbewuste en ootmoedige aanbidding. Hoe noodzakelijk het ingrijpen door de hemel is, leren zowel de oudsten als de dieren.

Want het kruis spreekt niet alleen van verzoening voor zondaren, maar ook zo sterk mogelijk van ons vastgelopen zijn in de zonde. Het kruis van Gods Zoon toont iedereen zeer krachtig dat hij van zichzelf verloren is. De kruisgang van de Zoon van God heeft heel beslist een dubbele functie en betekenis. De kruisgang van Jezus wordt door alle vier evangelisten tot in details weergegeven. De details dienen niet om medelijden met Jezus op te wekken. De kruisgang wil eerst overtuigen van de echtheid van onze verlorenheid door schuld. Het kruis wil iedereen allereerst overtuigen dat hij zonder Jezus de eeuwige wroeging van de hel wacht. Het kruis als teken van onze dodelijke schuld wekt daarom ook grote ergernis.
De dubbele betekenis van het kruis werd al door de twee moordenaars aan het kruis zichtbaar. De ene moordenaar erkent zijn vastlopen in zijn zonden, de ander spot het in ergernis weg.

Ook Israël wilde Jezus niet als Koning, omdat men bij deze Koning, die ging sterven aan een kruis, in het kruis van Gods Zoon in zelfvernedering hun verlorenheid moest belijden.

Het kruis van Jezus als teken van verlorenheid wordt ook vandaag om de ergernis verzwegen. Doch voordat er van harte gesmeekt kan worden om vergeving als een schuldbewuste zondaar, moet de kruisgang van Jezus een mens eerst overtuigen van zijn verlorenheid! Het telkens doen van belijdenis van schuldbewuste oudsten is vreemd goed in de huidige kerken!
Nu de kerken de eigen schuld in de kruisgang van Jezus doodzwijgen en de ergernis uit het kruisevangelie is verdwenen, brengt Gods Zoon de plagen van de boekrol in stelling! Want ondertussen gaan Gods geroepenen met een open hemel door lauwheid verloren!

Zelfs de 24 oudsten, hoewel ze op tronen zitten voor Gods troon, zeggen niet dat ze rijk zijn, maar aanbidden Gods Zoon met diepe ootmoed en met diep schuldbesef. Terwijl hun witte kleding zwart wit leren, dat zij door het bloed van Christus zijn gered en gekroond.

De plagen van de boekrol die moeten geschieden, zijn geheel voor rekening van de Kerk! Daarom dwingen de vierentwintig oudsten met de laatste plagen ieder christen vandaag tot kritisch zelfonderzoek. Zodat ootmoedig de dubbele betekenis van Jezus en die gekruisigd wordt gezien, en bekering en herhaald gebed om genadige vergeving in zijn dood.

“Want Gij hebt alles geschapen en door uw wil was het en werd het geschapen”.

NAAR BOVEN

 

 

De groene smaragd die op aarde alleen  in de regenboog wordt gevonden, verbindt de hemelse troon.met de aarde.
Bron: www.imagebank.com
Regenboog (smaragd groen)
 

Laodicea
legt
verbinding
met de
boekrol

 

De elkaar opvolgende bliksemstralen wijzen op de voortdurende regen voor de gewassen om mens en dier van brood en voedsel te voorzien.
Bron: www.imagebank.com
Bliksemslagen

 Dieren
kraken
lauwe
Kerk

 

De leeuw, de koning van de dieren, is evenals het kwaad een werktuig in Gods Vaderhand.
Bron: www.imagebank.com
Leeuw, de koning der dieren
 

Oudsten
tonen in
ootmoed
dubbele
betekenis
van de
kruisgang

 

Het tweede dier, het rund, dat het goede van de Schepper uitbeeldt (melk, kaas. boter en vlees) vertegenwoordigt het vee.
Bron: www.imagebank.com
Rund

 

Plagen
voor
Kerk
en
Israël
 

Zoals de arend (het vierde dier) waakt over zijn jongen, zo waakt en onderhoudt de Allerhoogste Zijn schepping tot de jongste dag.
Bron: www.imagebank.com
Vierde dier, een vliegende arend.

START      Copyright © 2021, R.H. Keegstra; voor meer informatie: ds.r.h.keegstra@planet.nl of  0594 549542;  Laatst gewijzigd: 06-03-2024