Het "geopende" boekje.
Openbaring 10:1-11.
-
Tekst: “Gij moet
wederom profeteren over vele natiën en volken en talen en koningen”.
Openbaring 10:11.
Na het gezicht van de zesde
bazuin daalt een machtige engel uit de hemel neer, bekleed met een wolk en
een regenboog. Zijn kleding wijst op de ondergang van de mensheid door de
zondvloed, toen alleen Noach met zijn gezin werd gered. De regenboog op zijn
hoofd is een teken van Gods belofte, de mensheid niet opnieuw door water te
doden.
De voeten die de machtige engel als vurige zuilen op de zee en de aarde
plaatst, geeft daarentegen te kennen dat de aarde op de jongste dag door
vuur zal vergaan:
-
“En
ik zag een anderen sterken engel nederdalen uit de hemel, bekleed met een
wolk, en de regenboog was op zijn hoofd en zijn gelaat was als de zon, en
zijn voeten waren als zuilen van vuur,”
Daar Johannes de zesde
bazuin reeds tweemaal heeft beschreven, ligt het voor de hand de stemmen van
zeven donderslagen met de zevende engel te verbinden. Maar dat bleek
onjuist. Toch kon een machtige engel uit de hemel met een geopend boekje
Johannes niet tot andere gedachten brengen. Er moest eerst een stem uit de
hemel aan te pas komen, voordat Johannes weerhouden werd de woorden van de
zeven donderslagen te boek te stellen.
Terwijl "geopend" in het
perfectum staat, wat gelezen vanuit de Griekse taal betekent, dat er een
nieuwe toestand is gekomen, zodat het boekje voltooid is. Geopend wil dan
ook zeggen, dat er niets meer aan het boekje kan worden toegevoegd.
Maar dit had Johannes zo
niet begrepen. Hij verwachte na de zesde bazuin nu de zevende. Johannes had
in de hemel gezien, hoe aan elk van de zeven engelen een bazuin was gegeven.
Toen zeven donderslagen hun stemmen lieten horen, wilde hij dit als 7e
opschrijven. Doch toen greep de hemel in. Sterker nog, Johannes moest het
gehoorde zelfs verzegelen, Dat wil zeggen hij moest voorkomen, dat niemand
iets van de donderslagen zou te weten komen:
-
“en
hij had in zijn hand een geopend boekje en hij zette zijn rechtervoet op
de zee en de linker op de aarde, en hij riep met luider stem, zoals een
leeuw brult, en toen hij riep lieten de zeven donderslagen hun stemmen
horen. En toen de zeven donderslagen gesproken hadden, wilde ik het
opschrijven, maar ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: Verzegel hetgeen
de zeven donderslagen gesproken hebben en schrijf het niet op”.
Maar het verbod niets over
de 7e
te schrijven, betekent dat de zesde bazuin de laatste is.
De stemmen van de donderslagen evenals het neerdalen en de positie van de
machtige engel hebben betrekking op de zesde bazuin. Het neerdalen van de
engel uit de hemel en zijn plaats op de zee en aarde betekent dat de zesde
bazuin door volken op aarde zal worden uitgevoerd.
En om te verzekeren dat het
doen en laten van de engel aanduidt dat de zesde bazuin de laatste is,
zweert hij bij de naam van de Eeuwige, de Schepper van de hemel, de aarde en
de zee. De machtige engel zweert wanneer de zevende engel de bazuin blaast,
is de aardse tijd op. Hij zweert echter niet dat er "geen uitstel" meer zal
zijn, zoals de NBG vertaling weergeeft, maar dat er geen "tijd" meer is. En
dat is wat anders. Geen tijd meer betekent dat de zesde bazuin de laatste is
in de tijd. Zodra de zevende engel de bazuin blaast is de aardse tijd op.
Verder zweert de machtige
engel bij de naam van de Eeuwige dat behalve de tijd, dan ook de profetieën
vervuld zijn, die God als goede boodschap aan de profeten heeft verkondigd.
Let wel, de engel zegt niet zoals de meeste vertalers menen, alsof alle
profetieën bij het bazuinen van de zevende engel voltooid zijn. Letterlijk
vertaald zegt de engel dat die profetieën vervuld zijn, welke als
vreugdeboodschap aan Gods knechten verkondigd zijn.
Het voltooid zijn geldt dus
niet voor profetieën over het oordeel. Het lot van de ongelovigen en hun
toekomst laat de engel hier buiten beschouwing
Beide gezworen zaken, het
einde van de tijd en profetieën, gebeuren tijdens de zesde bazuin. Door het
zweren vanaf zijn positie in de naam van de Eeuwige, verbindt de machtige engel
de zesde als laatste bazuin niet alleen met verwante profetieën maar ook met
de mens. Vervulling van de laatste profetieën met een goede boodschap geldt
vooral voor die van Joël, over het aanroepen van de naam des Heren als de
zon verduisterd en de maan als bloed wordt:
-
“En
de engel, dien ik zag op de zee en op de aarde, hief zijn rechterhand op
naar de hemel, en zwoer bij Hem, die leeft tot in alle eeuwigheden, die de
hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is en de aarde en hetgeen daarop
is en de zee en hetgeen daarin is: dat er geen tijd meer is, daarom in de
dagen van de stem van de zevende engel, wanneer hij bazuinen zal, is ook
voleindigd het geheimenis van God, gelijk Hij als vreugdeboodschap (RHK)
zijn knechten, de profeten, heeft verkondigd”.
Echter alles wat de
machtige engel illustreert en zweert in de naam van de Eeuwige, is nieuw
voor Johannes.We horen tot nu toe nergens van Johannes dat de zesde de laatste bazuin
is, verwante profetieën en de mens. Zo lang
Johannes de zesde niet als laatste bazuin zag, en evenmin de positie van de
engel begreep, begreep hij ook niet wat de
engel zweerde over het einde van de tijd en profetieën.
Wegens dit niet begrijpen kreeg hij opdracht van dezelfde stem uit de hemel
het geopende boekje van de engel over te nemen.
De opdracht het boekje van
de engel op te halen met de toevoeging, die op de zee en de aarde staat, is
meer dan een herkenningsteken. Het legt direct verband tussen de
neergedaalde engel en de mensheid. De ingenomen positie van de machtige
engel op de zee en aarde betekent dat de laatste bazuin door de hemel wordt
geleid, maar door volken wordt uitgevoerd. Met name de neerdaling en
ingenomen positie van de engel leert dat de mens de laatste bazuin bewerkt:
-
“En
de stem, die ik gehoord had uit de hemel, hoorde ik wederom met mij
spreken, en zij zeide: Ga heen, neem het boek, dat geopend ligt in de hand
van den engel, die op de zee en op de aarde staat. En ik ging heen tot de
engel en zeide tot hem, dat hij mij het boekje zou geven”.
Doch daar het de engel niet
lukt Johannes door zweren te verzekeren dat de zesde bazuin de laatste is,
en dat deze door de mens uitgevoerd zal worden, moet hij het boekje opeten.
Hierbij waarschuwt de engel hem vooraf, dat het zijn buik bitter zal maken,
terwijl het zoet in zijn mond is. De zoete smaak van het boekje betekent in
dit verband dat Johannes meende dat God alle bazuinen uit de boekrol direct
bewerkte zonder de mens. Hoeveel christenen denken niet precies eender over
de bazuinen als Johannes toen. Maar als God de zesde als laatste bazuin in
de tijd door de mens laat gebeuren, dan is er ook geen ruimte voor een
duizendjarig (vrede)rijk.
Doch Johannes moest het boekje
eten, alvorens hij de zesde bazuin met de profetie van Joël kon verbinden,
en met de mens die deze catastrofe in praktijk zal brengen. Zijn bittere
buik verraad dat zijn inzicht na het eten van het geopende boekje is veranderd. Zijn bittere buik ontmaskert hoe Johannes door het boekje in zijn buik
overtuigd werd, dat de zesde bazuin de laatste is met de mens als bewerker
van deze catastrofe! Pas toen het boekje in zijn maag gekomen was, begreep
Johannes wat de machtige engel gezworen had; en wel het verband tussen de
laatste bazuin, verwante profetieën en de mens. Toen zag hij ook dat de
bazuinen geen vrijblijvende tekenen zijn, doch wel degelijk gekend en
doorgrond moeten worden, wil men tijdens de laatste bazuin de naam des Heren
aanroepen. Want Joël heeft in verband met de laatste bazuin gezegd, dat
iedereen van de levenden die behouden wil worden dan de naam des Heren moet
aanroepen.
De opdracht het boekje op
te eten bevestigt dat Johannes op dat moment de zesde niet als de laatste
bazuin zag, noch dat deze met de profetie van Joël is verbonden en de mens
als dader.
Het is voor gelovigen van
het hoogste belang, dat Johannes het geopende boekje moest eten! Door het
eten van het boekje brengt de Allerhoogste de laatste bazuin letterlijk in
de mens Johannes, om hierdoor de mensheid te overtuigen dat zij de laatste
bazuin zullen uitwerken.
Ofschoon de Here normaliter werkt door zijn Geest, liet Hij Johannes het
geopende boekje opeten, om elke hoorder te verzekeren dat de laatste bazuin
door de mens wordt gedaan. Zodoende verzekert de Allerhoogste door Johannes
hoe de laatste bazuin werkelijkheid wordt.
Het eten van het boekje
moet behalve Johannes elke gelovige ervan verzekeren, dat de zesde bazuin de
laatste catastrofe is, en dat de mens die door kernraketten zal
bewerkstelligen. En zoals op Pinksteren is gezegd door de profeet Joël, zal
alleen diegene aan het vuur van de kernraketten van de laatste bazuin
ontkomen, die dan de naam des Heren aanroept:
-
“En
hij zeide tot mij: Neem het en eet het op, en het zal uw buik bitter
maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing. En ik nam het boekje
uit de hand van de engel en at het op, en het was in mijn mond zoet als
honig, maar toen ik het gegeten had, werd mijn buik bitter.”
Echter zodra Johannes door
zijn bittere buik letterlijk het verband ervaart tussen de laatste bazuin
uit het geopende boekje en de mens als uitvoerder, moet hij opnieuw
profeteren.
De verandering van zoet naar bitter toont de noodzakelijke kennis van de
bazuinen. De bittere buik is het bewijs dat ook Johannes de mens eerst niet
zag als auteur van de laatste bazuin.
Hoeveel christenen zien
hetzelfde als Johannes eerst? Doch hoeveel weten dat op de dag van de
laatste bazuin alleen zij behouden worden, die dan de naam des Heren
aanroepen? Hoewel ook Jezus in verband met de laatste dingen nadrukkelijk
heeft gezegd: "indien gij deze dingen ziet geschieden, heft dan uw hoofden
omhoog want uw verlossing genaakt".
Aangezien de “Jood” Johannes
de bitterheid van dit boekje aan den lijve moest ervaren, kan de laatste
bazuin voor de Kerk geen zoete ervaring zijn. Daar Johannes pas na het eten
van het boekje overtuigd werd, hoeveel moeilijker zullen wij overtuigd raken
van de uitvoering van de laatste bazuin door de mens? Daarom is het
noodzakelijk kennis te nemen van de rest van dit boek.
Het opnieuw profeteren
toont de eenheid van dit boek. De eenheid leert dat de rest van dit boek
meer details geven over wat eerder is onthuld, maar dan toegespitst op de
bazuinen.De bittere buik van Johannes is de garantie dat hij de zegels en
bazuinen in de rest van dit boek vanuit de zesde als laatste bazuin zal
leren, met de mens als uitvoerder van de laatste.
De ruime opdracht bij het opnieuw profeteren van Johannes, alle natiën,
volken, talen en koningen vooral over de laatste bazuin in te lichten, toont
de enorme betekenis ervan. Met name Israël en de Kerk moeten weten, dat
alleen de laatste bazuin door de mens komt.
De bittere buik van
Johannes geeft ook te kennen, dat het zien van de bazuin in het licht van de
profeet Joël alleen voor gelovigen kan gelden. Dat wil zeggen de Here zal
tijdens de laatste bazuin door het aanroepen van zijn naam ware gelovigen
scheiden van de onbekeerden:
-
“En
er werd tot mij gezegd: Gij moet wederom profeteren over vele natiën en
volken en talen en koningen”.
Opnieuw profeteren uit het
geopende boekje is meer van hetzelfde over wat al is onthuld, niet
chronologisch, doch vanuit de zekerheid dat de laatste bazuin door de mens
wordt gedaan. Johannes moet de volken en koningen verzekeren, dat de
bazuinen
zijn bedoeld om Israël en de Kerk op te wekken zich voor te bereiden op de
grote scheiding tijdens de laatste bazuin.
Het gaat bij de laatste
bazuin anders dan op Pasen bij de uittocht. Bij de uittocht konden alleen de
Israëlieten aan de tiende plaag ontkomen door volgens de regels bloed op de
posten te strijken, maar aan de zesde bazuin kan iedereen ontkomen die de
naam des Heren aanroept.
Zijn bittere buik en opnieuw
profeteren is een oproep aan alle predikers om de rest van dit boek te
verklaren vanuit de zesde bazuin, zoals Johannes doet bij het opnieuw
profeteren.
- “Gij
moet wederom profeteren over vele natiën en volken en talen en koningen”.
NAAR BOVEN