Wee u Israël en Kerk
Openbaring 10:11-11:15.
-
Tekst: “Het tweede
wee is voorbijgegaan: zie het derde wee komt snel”. Openbaring 11:14.
Het eerste wat Johannes aan
de orde moet stellen is de betekenis van het lijden van Jezus voor de mens.
Want hierop duidt het meten van het altaar met aanbiddende offeraars in de
tempel. Bij het meten van het altaar en die daarin aanbidden gaat het om het
ware inzicht in het lijden en sterven van Gods Zoon. Daar Johannes hiervoor
een meetlat kreeg, geeft te kennen hoe noodzakelijk het juiste inzicht in
het lijden van Jezus is. Zijn meetwerk geeft aan dat aanbidders allereerst
in het lijden en sterven van Jezus hun persoonlijke veroordeling moeten
ontdekken en erkennen, zodat zij de Gekruisigde ootmoedig smeken om
vergeving.
Dit niet zien is de reden
waarom Johannes iedereen in de voorhof uitsluit. Letterlijk vertaald staat
er dat hij heidenen die de voorhof verachtelijk vertreden eruit moet werpen.
Dat wil zeggen, wie in het lijden van Jezus niet zijn eigen veroordeling
ziet, mag hij niet meetellen.
Deze begrenzing van de heilsweg na Pinksteren, toen het evangelie ook aan de
heidenen werd verkondigd, is de hemelse norm bij de toelating van heidenen
tot Gods koninkrijk.
Het toetreden tot de Kerk
is aangenaam en aantrekkelijk, wanneer Jezus als de Opgestane en Verzoener
van onze zonden wordt gepredikt. Maar het wordt anders, als men in het
lijden en sterven van Gods Zoon als eerste zijn persoonlijke schuld en
veroordeling moet erkennen:
-
“Gij moet wederom profeteren over vele natiën en volken en talen en
koningen. En mij werd een riet gegeven, een staf gelijk, met de woorden:
Sta op en meet de tempel Gods en het altaar en hen die daarin aanbidden.
Maar laat de buitenste voorhof van de tempel erbuiten, en meet die niet;
want hij is aan de heidenen gegeven; en zij zullen de heilige stad
vertreden, twee en veertig maanden lang.”
Het meetwerk van Johannes
en de uitsluiting van onboetvaardige gelovigen sluit aan bij de twee
getuigen, die de Here na Pinksteren 1260 dagen met een zak bekleed laat
prediken.
Wie de twee getuigen zijn, leerde Jezus onder meer in de geschiedenis van de
rijke man en de arme Lazarus. De rijke die Abraham vanuit de hel vroeg
Lazarus naar zijn vijf broers te zenden, kreeg tot tweemaal toe van Abraham
te horen dat zijn broers Mozes en de Profeten als getuigen van de Messias
hebben. Daar moesten zij het mee doen. De twee getuigen met een zak bekleed
zijn zowel in het Oude als het Nieuwe Testament Mozes en de Profeten. Een
zak als teken van schuld en boete, toont dat elke hoorder in het lijden van
Jezus allereerst zijn eigen schuld en verlorenheid moet ontdekken en
erkennen. Zo predikte Jezus.
Het eerste wat Jezus na
zijn opstanding de Emmaüsgangers vanuit Mozes en de Profeten leerde ging
over zijn lijden: "moest de Christus niet lijden om zijn heerlijkheid in te
gaan". De twee getuigen zien enerzijds in het lijden van Jezus dat elk mens
de hel staat te wachten, anderzijds is er vergeving van zonden door zijn
bloed voor elke boetvaardige zondaar.
Dientengevolge zijn de twee olijven en de kandelaren hier Gods Geest en Gods
woord.
Dat hier in tegenstelling tot Zacharia 4 sprake is van twee kandelaren, komt
omdat na Pinksteren behalve het volk Israël ook de Kerk als getuige in de
wereld is gaan optreden:
-
“ En Ik zal mijn twee getuigen last geven om met een zak bekleed te
profeteren, twaalfhonderd zestig dagen lang. Dit zijn de twee olijfbomen
en de twee kandelaren, die voor het aangezicht van de Here der aarde
staan”.
De kracht waarmee de twee
getuigen twaalfhonderd zestig dagen optreden, blijkt uit de aanpak van hun
tegenstanders. De vijanden van de twee getuigen worden niet met Gods liefde
aangesproken, en evenmin weggezet alsof zij niet uitverkoren zijn. Neen, wie
de getuigen bekleed met een zak beschadigt, wordt door vurige Gods woorden
verteerd.
De tegenstanders van Elia werden letterlijk door vuur gedood, toen ze hem
als boeteprediker en verdediger van Gods wet verachten. Op zijn woord kwam
er tweemaal vuur uit de hemel, dat twee oversten met hun vijftig soldaten
heeft gedood: Zie II koningen 1.
-
“En indien iemand deze twee getuigen schade wil toebrengen, komt er vuur
uit hun mond en het verslindt hun vijanden”.
Toen Israël de boeken van
Mozes verachtte kwam er op het woord van Elia 3½ jaar droogte:
-
“zodat er geen regen valt gedurende de dagen van hun profeteren”.
En zodra Farao Gods woord
en zijn eis verachtte, door te weigeren het volk Israël te laten offeren in
de woestijn, veranderde Mozes op Gods bevel het water van de Nijl in bloed.
Mozes en Elia leerden aan het Joodse volk oordeel en vergeving door het
lijden van Messias:
-
“en zij hebben macht over de wateren, om die in bloed te veranderen”
Johannes moet echter
profeteren over vele natiën en volken, terwijl de plaats van handeling
beperkt is tot Jeruzalem. Dit betekent dat de heilige stad model staat voor
de hele wereld. Hierdoor hebben de getallen 42 maanden en 1260 dagen
die beide een halve jaarweek aanduiden, vooreerst betrekking op
Jeruzalem. Daar Jeruzalem model staat moet men voor het verstaan en toepassing bij Gabriël in
Daniél 9 te rade gaan. De engel Gabriël heeft de tijd van
Jeruzalem tot de wederkomst in 70 weken opgedeeld, die eindigt in
een halve jaarweek.
Echter de tweede tempel in
Jeruzalem die volgens Gabriël in 7 weken zou worden gebouwd, duurde 49 jaren
(7x7). En het Joodse volk had vanaf het herstel van de tempel tot de
overdracht van de macht aan het Romeinse rijk geen 62 weken, maar 439 jaren
(7 x 62 weken) zeggenschap over de tempel te Jeruzalem. Zodoende leert de
geschiedenis over de 70 weken van Gabriël, dat die telkens met 7 jaarweken
moeten worden vermenigvuldigd.
Verder is de tempel met
plein en gracht tot een gezalfde gebleven. En daar Gabriël de heraut van
Jezus, tijdens het avondoffer verscheen, is de genoemde gezalfde Jezus
Christus.
Na de dood van Christus zijn er 69 van de 70 jaarweken voorbij, en is er nog
één week over. Doch na het uitroeien van de gezalfde zal volgens de woorden
van Gabriël het slachtoffer en spijsoffer in de eerste helft van de laatste
jaarweek ophouden. En dat duidt op de tempel in Jeruzalem, die in
het jaar 70 na Christus door de Romeinen is verwoest.
Van de 70 jaarweken is er
dan nog een halve jaarweek over. Daarna komt Gods Koninkrijk.
Voor het antwoord op de
vraag wanneer de laatste halve jaarweek zal komen, moet men letten op de
woorden van Gabriël. Want de engel Gabriël sprak niet van "de" heilige stad,
maar van "uw" heilige stad. Zijn woorden tot de Jood Daniël "uw" heilige
stad legt verband tussen genoemde 70 jaarweken en het bezit en regering van
Jeruzalem door de Joden. Dat wil zeggen het aftellen van de zeventig weken
vond en vindt plaats, zolang het Joodse volk over de tempel én Jeruzalem
regeren. Daarom begint het aftellen van de laatste halve jaarweek pas, zodra
de Joodse Staat het heilige deel van de stad Jeruzalem in bezit heeft en
regeert.
Welaan, in 1980 heeft de
Knesset, het democratisch gekozen Israëlische parlement, in een wet
vastgelegd, dat Jeruzalem de “ongedeelde” hoofdstad is van de staat Israël.
Door die wet is de regeermacht van het Joodse volk over het heilige deel van
Jeruzalem officieel geworden.
Daarmee is ook de hierna
genoemde 3½ dag begonnen. De tijd zolang de getuigen in Jeruzalem een lijk zullen
zijn. Want omgerekend naar de 70 weken is 3½ dag een halve
jaarweek. Dat wil zeggen gedurende de laatste halve jaarweek (3½ dag),
wanneer de Joden over Jeruzalem regeren, zullen de twee getuigen van Jezus
in de heilige stad als doden zijn.
Welnu, de huidige wet op
terugkeer erkent een Jood die gedoopt is in de naam van Jezus niet als Jood.
Nu de Joodse leiders door genoemde wet verhinderen dat Messias belijdende
Joden naar Israël terugkeren, is het bewijs geleverd dat de twee getuigen van Jezus in Jeruzalem
al zijn
gedood. Zodoende is de aftelling van de laatste halve jaarweek van de
zeventig weken begonnen.
-
“En wanneer zij hun getuigenissen zullen voleindigd hebben, zal het beest,
dat uit de afgrond opkomt, hun den oorlog aandoen en het zal hen
overwinnen en hen doden. En hun lijk zal liggen op de straat der grote
stad, die geestelijk genaamd wordt Sodom en Egypte, alwaar ook hun Here
gekruisigd werd".
Johannes moet echter over
alle natiën en volken profeteren, waarbij Jeruzalem model staat. Daar
Jeruzalem hier model staat, geldt wat in de heilige stad gebeurt ook voor de
Kerk.
De vraag is daarom in welke kerk de twee getuigen nog met een zak bekleed
wordt gepredikt. Waar wordt nog geleerd in het lijden van Jezus te zien hoe
groot de schuld en ellende van de mens is. Die kennis is volgens Zondag 1
noodzakelijk om in Christus te leven en te sterven.
Wie evenwel vandaag het
meetwerk van Johannes toepast op de preken in de kerken, zal ontdekken, dat
het getuigenis van de twee getuigen met een zak bekleed
in nagenoeg alle kerken in Nederland niet meer van toepassing is.En dat
is nou precies datgene, wat volgens dit gezicht het beest uit de afgrond de
laatste halve jaarweek (3½ dag) in de heilige stad en de kerken zal weten te
bereiken.
Toch zullen de volken,
stammen, talen en natiën niet toestaan, dat de twee getuigen die in Jeruzalem
zijn uitgeschakeld,
door een begrafenis in de vergetelheid zullen geraken.
En de wereld is heden getuige van de uitkomst van die woorden. Want de
lijken van de twee getuigen over Jezus zijn in de heilige stad niet
begraven. Dat wordt verhindert door toeristen. Christenen uit alle volken
die als toeristen de heilige plaatsen in Jeruzalem bezoeken, verhinderen
dat Joden de dode getuigen van Jezus kunnen begraven en vergeten. Door de
christelijke toeristen is het voor de inwoners van de heilige stad niet
mogelijk de dode getuigen van Jezus weg te moffelen. Sterker nog, door de
jaarlijkse toestroom van toeristen naar de heilige plaatsen te Jeruzalem,
worden de Joden telkens herinnert aan Jezus.
Ofschoon er in de kerken niet meer verootmoediging wordt gepredikt in het
lijden van Jezus, toch verhinderen christenen dat de dode getuigen van de
Via Dolorosa begraven worden:
-
“en uit de volken en stammen en talen en natiën zijn er, die hun lijk
zien, drie en een halve dag, en zij laten niet toe dat hun lijken in een
graf worden bijgezet”.
De twee getuigen die na
Pinksteren met zakken bekleed zijn, zullen de laatste halve jaarweek als
doden worden. Dat gebeurt zodra de 2 getuigen zonder de zak optreden. De
twee getuigen, die door het lijden van Jezus tot ootmoed opwekken, zullen
zonder de zak als een lijk zijn. Ontdaan van de zak zullen predikers het
lijden van Jezus niet meer kunnen inzetten om de eigen schuld en
verlorenheid te leren. Dit zal de Satan door het beest weten te bereiken.
Zodra de twee getuigen
lijken zijn, en men het lijden van Jezus niet meer toepast op de mens als
teken van zijn veroordeling, is er vreugde. Vreugde over het evangelie
zonder oordeel.
Ziet dan en merkt op hoe dit gezicht tegenwoordig van toepassing is in
praktisch alle kerken. In plaats van ootmoed en intens berouw over de
eeuwige gevolgen van de zondeval, welke Jezus door zijn lijden aan het licht
brengt, is er enkel vreugde over het heil! In plaats van smeken om genade,
wordt er "dank U" geroepen, alsof zijn lijden er niet meer toe doet:
-
“En zij, die op de aarde wonen, zijn blijde en verheugt over hen en
zullen elkander geschenken zenden, omdat deze twee profeten hen, die op de
aarde wonen, gepijnigd hadden”.
Maar met de uitschakeling
van de twee getuigen is ongemerkt het tweede wee werkelijkheid. Want de
overwinning van het beest van de twee getuigen van Jezus, is het tweede wee.
Christen toeristen bewijzen ongemerkt, dat het tweede wee ook over Jeruzalem
is gekomen!
Deze profetie is daarom een enorme waarschuwing voor iedereen die behouden
wil worden:
-
“Het tweede wee is voorbijgegaan; zie het derde wee komt snel”!
NAAR BOVEN