Jezus is de Christus en de Here.
Openbaring 14: 1-13.
-
“Hier blijkt de volharding der heiligen, die de geboden van God en het
geloof in Jezus bewaren. En ik hoorde een stem uit de hemel zeggen:
schrijf, zalig zijn de doden, die in de Here sterven, van nu aan. Ja, zegt
de Geest, dat zij rusten van hun moeiten, want hun werken volgen hen na”.
Openbaring 14:12/13.
Na het vorige gezicht
waarbij het lam sprak als de draak, en de Satan de mensheid wil doen geloven
alsof verandering van het weer door fossiele brandstoffen komt, verschijnt
het Lam. Bij de verschijning van het Lam op de berg Sion, vestigen de
woorden "en zie" de aandacht op het woord "staande". Want het werkwoord
"staande" is in de Griekse perfectum geschreven, wat aangeeft dat de
verschijning van het Lam een heel nieuwe toestand inluidt. En dat is ook
zo. Op de dag dat Jezus stierf, bracht Hij alle profetieën over de komst van
de Christus, die bij én na de val van Adam en Eva door Mozes en de profeten
zijn beschreven, in vervulling. Op de dag toen Christus stierf werd
zichtbaar dat God niet laat varen de werken van zijn handen. Het Lam
"staande" op de berg Sion als de nieuwe toestand, doet iedere ware gelovige
belijden, dat met Jezus (God zal redden) de geprofeteerde Christus is
gekomen.
Juist en alleen de
vervulling van de betreffende profetieën bevestigen dat Jezus de Christus
is. Derhalve onthult het Lam "staande" op de berg Sion, dat Hij is
overgeleverd om onze ongerechtigheden en opgewekt om onze rechtvaardiging
(Romeinen 4: 24). Dat wil zeggen Jezus maakt in zijn kruisdood behalve de
uitweg, eerst de dodelijke schuld van ieder mens bekend. Zo is Hij de weg,
de waarheid en de uitweg tot het leven
Hoe echt de "staande" positie van het Lam de vervulling is van de ene weg
tot behoud, tonen de 144.000 die behalve de naam
van Jezus ook die van zijn Vader op hun voorhoofden dragen. Beide namen op
hun voorhoofden tonen behalve de eenheid tussen het Lam en God, ook de
regering van Kerk en wereld door Gods Zoon, Jezus Christus:
-
“En ik zag en zie, het Lam stond boven (RHK) de berg Sion en met Hem
honderd vier en veertig duizend, op wier voorhoofden zijn naam en de naam
zijns Vaders geschreven stonden”.
Op Pinksteren noemde
Petrus Jezus behalve de Zaligmaker ook de Here, die in zijn kruisgang Gods
wil waarmaakte, die God in het paradijs en daarna heeft bekend gemaakt.
Ook de stemmen uit de hemel laten horen, dat het in dit gezicht om méér gaat
dan Jezus als de Zaligmaker.Want terwijl Johannes het Lam "staande" ziet op
de berg Sion, hoort hij tevens meerdere stemmen vanuit de hemel. Stemmen
over water, donder en citerspelers. Stemmen die aangeven dat de Here de
schepping van water als belangrijkste drank voorziet.
De onthulling dat alleen de
144000 het nieuwe lied kunnen leren, legt een direct verband tussen de
losgekochten op de berg Sion en de hemelse stemmen die Johannes hoorde. Want
omdat het "nieuwe" lied alleen door de 144.000 eerstelingen kan worden
geleerd, is er verband tussen wat Johannes ziet ( het Lam staande met
144.000) en wat hij hoort (stemmen). Verder hoort Johannes de stemmen
tegelijk met het nieuwe lied, zodat dezen bijeen horen. Dat wil zeggen, het
"nieuwe" van het lied is te horen in wat de stemmen zeggen over het water en
de donder. Water van de hemel duidt op regenbuien en donder op vuur en
droogte. Daar echter sprake is van "veel" water en "zware" donder wijst het
"nieuwe" in het lied op verandering van de hoeveelheid regenval en donder.
Met andere woorden, het "nieuwe" betekent niet alleen dat de Here de vroege
en late regen en droogte geeft, maar ook dat Hij in de eindtijd door de
vierde schaal van de boekrol verandering van het weer zal teweeg brengen.
Vooral nu het nieuwe lied
eerst voor de troon wordt gezongen, geeft aan dat de Here de verandering van
het weer bewerkt. Verder geeft de volgorde van de zangers aan dat zowel de
dieren als de mens de verandering van het weer in de eindtijd zullen
ervaren. Kortom, de Here verandert het weer niet alleen voor gelovigen, maar
ook voor de hele schepping, plant, dier en mens. De hemelse stemmen en de
zangers van het nieuwe lied voor de troon maken Jezus als de Here zichtbaar,
die zijn schepping regeert evenals de verandering van het weer.
Maar niemand die dan op de
aarde zijn gezeten, kunnen het nieuwe lied leren. Dat wil zeggen, als de
Here verandering van het weer brengt, zal dat niet door de wereld worden
erkend. Immers nadrukkelijk wordt gezegd dat niemand behalve de 144.000 het
nieuwe lied kunnen leren. Alleen zij die het Lam volgen waar Hij heengaat
kunnen het lied leren. Hun volgen tot op de berg Sion waar het Lam staande
is, betekent niet alleen dat ze Jezus geloven als de Zaligmaker, maar ook
als de Here die de aarde tot de wederkomst bestuurt en regeert:
-
“En ik hoorde een stem uit de hemel, als de stem van vele wateren en als
de stem van zware donder. En de stem die ik hoorde was als van
citerspelers, spelende op hun citers; en zij zongen een nieuw gezang voor
de troon en voor de vier dieren en de oudsten; en niemand kon het gezang
leren dan de honderd vier en veertig duizend, de losgekochten van de
aarde”.
Bij het nieuwe lied staat
niet de melodie op het spel, maar de inhoud. De inhoud met de nuchtere
waarheid van het veranderen van het weer door de Here als teken dat Hij
komt!
Maar nu alleen de 144.000 eerstelingen het nieuwe lied kunnen leren, is het
nodig na te gaan waarin zij verschillen met andere gelovigen. Vooral nu aan
het einde van dit gezicht wordt gezegd dat dit het geloof is van de
heiligen, die volharden door het geloof in Jezus en als navolgers zijn
geboden doen. Dat dezen zich niet door vrouwen laten bevlekken, betekent
niet dat ze ongehuwd blijven, maar dat ze andere vrouwen niet aanzien uit
seksuele begeerte. De 144.000 geloven in Jezus als Here die alle macht heeft
in de hemel en op aarde. Zij aanbidden hun Meester die hen heeft losgekocht
van de aarde als hun Here. Doordat ze Jezus kennen als hun Zaligmaker en
Here, strijden ze als vreemdeling de goede strijd door Hem na te volgen:
-
“Dezen zijn het, die zich niet met vrouwen hebben bevlekt, want zij zijn
maagdelijk. Dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Hij ook heengaat.
Dezen zijn gekocht uit de mensen als eerstelingen voor God en het Lam. En
in hun mond is geen leugen gevonden; zij zijn onberispelijk”.
Dat het hier om meer gaat
dan Jezus als Zaligmaker tonen de engelen, die zonder tussenkomst van
gelovigen rechtstreeks de volken toespreken, tot alle volk en stam en taal
en natie! Terwijl hun plaats hoog boven aan de hemel aangeeft dat ze echt
namens de Here spreken.
Ofschoon er bij de stemmen uit de hemel gelovigen (144.000) werden ingezet
om te leren dat de Here het weer zal veranderen, spreken drie engelen hoog
boven de hemel zonder bemiddeling van gelovigen rechtstreeks tot de mensheid
op aarde. Nu bij hun boodschap geen kerken worden ingezet, geeft aan dat dezen
de verandering van het weer niet als Gods werk zullen belijden. Sterker nog, hiermee wordt
onthuld dat de kerken als valse profeten van de Satan leren, dat de
verandering van het weer door toedoen van de mens komt.
Hoewel de eerste engel niet
het evangelie, maar een eeuwig evangelie in de hand heeft, maakt hij met
luide stem een blijde boodschap bekend. Hij geeft niet alleen te kennen dat
de Here de bronnen van het water heeft gemaakt, maar ook dat de oorzaak van
de genoemde verandering van de regenval en droogte zijn oordeel is. Dat wil
zeggen, de oorzaak van de verandering van het weer, is de komst van de
vierde schaal van de verzegelde boekrol. (Openbaring 16:8). De oproep van
deze engel de Here te vrezen, te eren en te aanbidden is een blijde
boodschap, omdat het weer in de eindtijd niet door de mens zal veranderen,
maar door de Here:
-
“en hij had een eeuwig Evangelie, om dat te verkondigen aan hen, die op de
aarde gezeten zijn en aan alle volk en stam en taal en natie; vreest God
en geeft Hem eer; de ure van zijn oordeel is gekomen. En aanbidt Hem, die
de hemel en de aarde en de zee en de waterbronnen gemaakt heeft”.
Doch de engel hoog boven
aan de hemel met een eeuwig evangelie wordt gevolgd door een andere engel.
Een engel die een directe verbinding legt tussen de vierde schaal als een
oordeel en het christelijke Westen (het grote Babylon). Nu de tweede engel
de eerste meteen volgt, is een zeker bewijs dat de kerken niet meer tot
inkeer over het klimaat zullen komen. Het tweemaal noemen van de val
betekent, dat de geestelijke ondergang van Babylon, hun ontkenning dat de
Here de verandering van het weer bewerkt, dan een voldongen feit is.
De woorden van de tweede
engel zijn zeer actueel, omdat door het tegenwoordige zwijgen van de kerken
over de verandering van het klimaat hun geestelijke val nu al zichtbaar is.
Dat wil zeggen, het klimaatverdrag van Parijs d.d. 12-12 2015 dat door bijna
alle volken is getekend, is van toepassing op de woorden van de wijn van de
hartstocht van zijn hoererij. Kortom, het geloof in klimaatverandering door
fossiele brandstoffen, is lastering van de Here:
-
“een tweede engel volgde, zeggende: gevallen, gevallen is het grote
Babylon, dat van de wijn van de hartstocht van zijn hoererij al de volken
heeft doen drinken”.
Echter een derde engel die
meteen de tweede volgt, toont duidelijk aan dat het volgen van de kerken van
de wereld over de verandering van het weer geen vrijblijvende zaak is. De
derde engel waarschuwt zelfs tweemaal voor de eeuwige gevolgen van iedereen
die het beest en zijn beeld aanbidt. Dat is iedereen die de verandering van
het weer, van de regen en droogte wijt aan de uitstoot van fossiele
brandstoffen. Het vergaat dezen net als in de dagen van de profeet Elia,
toen slechts 7000 hun knieën niet bogen voor de afgod Baäl als gever van
regen en droogte. Wegens de ernst van Gods eeuwige toorn voor alle
aanbidders van het beest, brengt een derde engel tevens de werkelijkheid van de
eeuwige hellesmarten onder woorden.
Wie het koningschap van de Here ontkent, zal Hem straks eeuwig door zijn
pijniging ervaren. Dat er tweemaal wordt gezegd, dat alle beestaanbidders en
dragers van het getal 666 eeuwig zullen delen in Gods toorn, betekent dat
dit besluit onherroepelijk vast staat voor de Here:
-
“Een derde engel volgde, zeggende met luide stem: Indien iemand het beest
en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand
ontvangt, die zal ook drinken van Gods gramschap, en hij zal gepijnigd
worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen en van
het Lam. En de rook van hun pijniging stijgt op in alle eeuwigheden, en
zij hebben geen rust, dag en nacht, die het beest en zijn beeld aanbidden,
en al wie het merkteken van zijn naam ontvangt”.
Volgens dit gezicht maakt
de Here door middel van de belangrijkste voedingstof het water scheiding
tussen gelovigen en volhardende gelovigen. Want dit gezicht eindigt met de
woorden: "Dit is de volharding van de gelovigen, die behalve het geloof in
Jezus ook de geboden van God bewaren." En de eerste engel gebiedt met een
eeuwig evangelie in de hand, dat aanbidden van de Here als maker van de
bronnen van het water tot zijn geboden behoort. In de Here sterven is méér
dan het geloof in Jezus als de Christus.
Volharding is niet alleen geloven in Jezus als de Christus, maar ook de Here
navolgen door zijn geboden te doen, die zowel de gelovigen als de
ongelovigen tot de jongste dag van water voorziet.
Volharding vraagt bij de verandering van het weer in de eindtijd geloof in
de Here, die zijn engel opdracht zal geven de vierde schaal van de
verzegelde boekrol over de zon uit te gieten. Volharding in het ware geloof
in de Here vraagt met name in de laatste tijd, dwars tegen het ontkennen van
de kerken in volhardend te getuigen, dat Jezus als de Here de wereld van
water voorziet en de boekrol gebruikt als een waarschuwend oordeel door
verandering van het weer. Volharden is geloven in Jezus als Christus en
Here, die alle macht heeft in hemel en op aarde:
-
“Hier blijkt de volharding der heiligen die de geboden Gods en het geloof
in Jezus bewaren. En ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: schrijf,
zalig zijn de doden, die in de Here sterven, van nu aan. Ja, zegt de
Geest, dat zij rusten van hun moeiten, want hun werken volgen hen na”.
NAAR BOVEN