Leven door Gods oordeel over Jezus
Openbaring 14: 1-13.
-
“En ik
hoorde een stem uit de hemel zeggen: schrijf, zalig zijn de doden, die in
de Here sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, dat zij rusten van hun
moeiten, want hun werken volgen hen na”. Openbaring 14:13.
Na het lam, dat sprak als de draak, verschijnt het Lam
Gods. En het Lam staat er niet alleen, met Hem zijn er 144.000 gelovigen.
Het Lam Gods lijkt hier de hemelse beloften naast die van het beest uit de
aarde te stellen. Immers, op de berg Sion gaf Jezus zijn leven als Redder.
Doch de 144.000 hebben behalve de naam van Jezus ook die van zijn Vader op
hun voorhoofden geschreven. Beide namen op hun voorhoofden tonen behalve
eenheid, ook de goddelijke relatie tussen Jezus als het geslachte Lam en God
de Vader:
-
“En ik zag en zie, het Lam stond boven (RHK) de berg Sion en met Hem
honderd vier en veertig duizend, op wier voorhoofden zijn naam en de naam
zijns Vaders geschreven stonden”.
Die eenheid blijkt ook uit de relatie tussen de plaats
van het Lam en het geluid uit de hemel. Want boven de berg Sion, dat is
Golgotha, gaf Jezus zijn leven aan het vloekhout als losprijs voor velen.
Maar tegelijk met het zien van het Lam en de 144.000
krijgt Johannes een donderend geluid uit de hemel te horen. Een geluid dat
klinkt als donderend geraas van vele wateren en als zware donderslagen.
Donder is in de Bijbel de stem van Gods toorn over zonden van mensen. Doch
hier overdonderen donderslagen het Lam boven Sion en de 144.000
eerstelingen. Gods toorn tegen het Lam boven Golgotha verandert de dood des
Heren in een vreselijk oordeel. Want de plaats van Jezus met de zijnen boven
Golgotha terwijl de hemel Gods toorn laat horen, duidt zonder meer op het
uur van Gods veroordeling van de Zoon aan het kruis.
Ofschoon men heden in de kerken zwijgt over Gods
oordeel bleef Johannes luisteren naar de zware donder als teken van Gods
toorn. Doordat hij bleef luisteren, werd de relatie tussen Gods toorn en het
Lam boven Golgotha voor Johannes tenslotte tot muziek van citerspelers. Daar
de citer een muziekinstrument is voor volksliederen, brengt de toornende God
tegen Gods Zoon bij Johannes de dodelijke schuld van hemzelf in het vizier,
maar ook de uitweg. Door Gods vreselijke oordeel over Jezus kan Gods Zoon
velen redden van de hellesmarten! Wat Johannes in de veroordeling van Jezus
hoorde en ervaart als heil, geldt ook voor de 144.000. De honderd vier en
veertig duizend leerden door Gods veroordeling van Jezus de echtheid van hun
eigen zonden kennen. Zij bezingen Gods oordeel over Jezus in een nieuw lied.
Zij geloven dat door de veroordeling van Jezus hun oordeel kan en zal worden
weggenomen:
-
“En ik hoorde een stem uit de hemel, als de stem van vele wateren en als
de stem van zware donder. En de stem die ik hoorde was als van
citerspelers, spelende op hun citers; en zij zongen een nieuw gezang voor
de troon en voor de vier dieren en de oudsten; en niemand kon het gezang
leren dan de honderd vier en veertig duizend, de losgekochten van de
aarde”.
Elke gelovige die door Gods veroordeling van Jezus de
echtheid van zijn schuld ontdekt en in geloof Jezus smeekt om genadige
vergeving, vreest ook God de Vader. Wie door vrees en beven over Gods
blijvende toorn over de persoonlijke zonden de uitweg in Christus zoekt,
bedrijft geen ontucht met vreemde vrouwen, maar volgt zijn Meester door Gods
wet te doen.
Hun zingen is niet naar de mens. Want in plaats van
Gods liefde bezingen zij Gods vreselijke oordeel over Jezus, waardoor ze de
ernst van hun zonden en schuld onder ogen zien. De eerstelingen zingen dus
niet over de hemelse beloften, maar over de rauwe werkelijkheid van Gods
oordeel over Jezus, waardoor ze de uitweg in Jezus door zijn dood leerden
aanbidden.
En daar de 144.000 eerstelingen zijn, is hun doen en laten tot voorbeeld
voor alle gelovigen:
-
“Dezen zijn het, die zich niet met vrouwen hebben bevlekt, want zij zijn
maagdelijk. Dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Hij ook heengaat.
Dezen zijn gekocht uit de mensen als eerstelingen voor God en het Lam”.
Veel christenen uit de één en twintigste eeuw hebben
geen boodschap aan Gods toorn. Dezen stellen tegenover Gods toorn de liefde
van Jezus. Maar ook al wordt heden de dood van Gods Zoon eenzijdig als teken
van Gods liefde verstaan, de hemel spreekt andere taal! Waar God niet meer
wordt gevreesd, wordt lichtvaardig om gesprongen met Gods heil. En waar Gods
aandeel in het heil niet wordt ervaren, wordt Gods wet lichtzinnig
overtreden. Met name in de eindtijd zullen velen in de naam van Jezus komen,
terwijl ze Gods oordeel doodzwijgen. Doch zonder het te weten hebben dezen
geen deel aan Gods Koninkrijk.
Daar in onze tijd vele christenen voorbij gaan aan Gods oordeel bij de dood
van Christus, is dit gezicht een ernstige waarschuwing en oproep tot
bezinning over de weg tot Gods Rijk. De Drie-enige God wil gevreesd en
geëerd worden als Schepper en Onderhouder, die het wereldgebeuren leidt en
bestuurt overeenkomstig zijn geopenbaarde raadsbesluit.
Doch om te voorkomen dat geroepenen met een ingebeelde
hemel verloren gaan, laat God naast het donderende geluid uit de hemel ook
nog drie engelen optreden. De eerste engel vliegt voortdurend met het
Evangelie heel hoog boven aan de hemel. Die plaats hoog boven aan de hemel
met het Evangelie in de hand brengt de bijzondere relatie tussen Gods
vreselijke oordeel en de dood van Jezus onder de aandacht van elke lezer.
Door Gods vreselijke oordeel over Jezus komt de ernst van de eigen schuld in
het vizier. Want in plaats van aandacht voor het eeuwig Evangelie roept de
engel met luide stem om God te vrezen en te eren. Hij doet deze luide oproep
met het Evangelie in zijn hand. Zijn woord wekt de hoorder op, in de dood
van Gods Zoon allereerst de ernst van de eigen zonden te zien. Want hij
roept op God te vrezen juist en alleen door Gods veroordeling van Jezus.
Wanneer de engel de dood van Jezus verbindt met het uur
van Gods oordeel, krijgt het Evangelie een ander aanzien. Door de verbinding
van het Evangelie met Gods oordeel leert de engel in de dood van Christus
iedereen zijn eigen zonden en schuld af te lezen en te belijden.
Om dit in te zien moet men bedenken dat Johannes opnieuw profeteert. De
achtergrond van dit gezicht is de toestand van Israël en de Kerk in de
eindtijd en hun ingebeelde rijkdom. Want in de eindtijd zal de christenheid
lauw zijn als de gemeente van Laodicea. Dan zal men menen rijk te zijn door
het verbond, terwijl men hun blindheid en naakt zijn niet kent!
Wie dan ook meent dat men vandaag gemakkelijker
behouden kan worden zonder druk van schuld, lette er op dat het in dit
gezicht gaat om het eeuwige Evangelie aan alle volken! Dit gezicht
ontmaskert alle preken in de kerken die naar de mens zijn. Er wordt heden in
de kerken veelal gepreekt over de rijkdom door het verbond. Bijna nergens
wordt in de dood van Christus het vreselijke oordeel van God gezien. In
kerken waar God wel bij de heilsweg wordt betrokken, gebeurt dit onder de
noemer van zijn verkiezende genade. Ondertussen wordt niet gezien dat God
zijn oordeel over Jezus gebruikt om de mens te leren de eigen schuld te
ontdekken.
De oproep van de engel met het Evangelie om God te vrezen en te eren, omdat
het uur van zijn oordeel in de veroordeling van Jezus openbaar is geworden,
vindt men niet troostvol:
-
“en hij had een eeuwig Evangelie, om dat te verkondigen aan hen, die op de
aarde gezeten zijn en aan alle volk en stam en taal en natie; vreest God
en geeft Hem eer, want de ure van zijn oordeel is gekomen. En aanbidt Hem,
die de hemel en de aarde en de zee en de waterbronnen gemaakt heeft”.
Maar dit is niet alles. De engel hoog boven aan de
hemel met het Evangelie wordt gevolgd door een andere engel. Ook deze engel
legt verbinding tussen Gods toorn en het Evangelie. Daar de tweede engel de
eerste navolgt, is ook bij deze engel Gods toorn het uitgangspunt. Want als
de tweede engel tweemaal zegt dat het grote Babylon gevallen is, gaat
niemand vrij uit, maar dient iedereen zijn betrokkenheid bij haar ondergang
te toetsen.
De tweede engel gebruikt de ondergang van het grote
Babylon als teken, dat God zo zal doen met iedereen die Jezus niet in
oprechtheid om vergeving bidt. Het tweemaal noemen van de val van Babylon is
een verzekering, dat de ondergang van Babylon door de Here gebeurt. De
woorden van de tweede engel zijn zeer actueel, omdat dit oordeel al bezig is
in het door oorlogen verwoeste Babel of Irak. Haar ondergang moet gelovigen
vol vrees losmaken van de aarde en haar begeren, en geestelijk doen sterven
in de vreselijke dood des Heren:
-
“een tweede engel volgde, zeggende: gevallen, gevallen is het grote
Babylon, dat van de wijn van de hartstocht van zijn hoererij al de volken
heeft doen drinken”.
Gods vreselijke oordeel over Gods Zoon toont open en
bloot de zonden en schuld van elk mens, opdat men zich bekeert en redding en
verlossing zoekt bij Jezus en die gekruisigd. In plaats van Gods oordeel in
de dood van Christus, zien velen daarin eenzijdig Gods liefde. Bij een
recent onderzoek van duizend preken en even zoveel meditaties bij een streng
orthodox kerkverband in Nederland, bleek slechts één preek over de toorn van
God te gaan.
Vanwege de ernst van de eeuwige toorn van God over de
mensheid, volgt er nog een derde engel. Deze brengt luide de verschrikking
van de hellesmarten onder woorden. Om alle misverstand te voorkomen, alsof
Jezus alleen liefde is, wordt met naam en toenaam gezegd dat de verdoemden
met vuur en zwavel gepijnigd zullen worden. Van die pijniging zullen behalve
de engelen ook Jezus, de gekruisigde, straks zonder medelijden getuige zijn.
Wie zich nu niet met Gods toorn wil bezighouden, zal die straks eeuwig
moeten ervaren. Na dit leven verandert het zwijgen over Gods oordeel, in
blijvende wroeging en zelfverwijt.
Hoe vreselijk het is in handen van de levende God te
vallen, leren de hellesmarten, die niet tijdelijk zijn, maar voortdurend dag
en nacht en tot in eeuwigheid zullen duren. Dat er tweemaal wordt gezegd,
dat alle beestaanbidders en dragers van het getal 666 eeuwig zullen delen in
Gods toorn, betekent dat dit besluit onherroepelijk vast staat voor God:
-
“Een derde engel volgde, zeggende met luide stem: Indien iemand het beest
en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand
ontvangt, die zal ook drinken van Gods gramschap, en hij zal gepijnigd
worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen en van
het Lam. En de rook van hun pijniging stijgt op in alle eeuwigheden, en
zij hebben geen rust, dag en nacht, die het beest en zijn beeld aanbidden,
en al wie het merkteken van zijn naam ontvangt”.
Dit gezicht stelt alle geloof onder kritiek, dat niet
door druk over de eigen schuld ontstaat. In plaats van hemelse beloften
wijst God de Vader in dit gezicht de postmoderne mens de ware betekenis van
het uur van Gods vreselijk oordeel aan Jezus Christus, de Redder der wereld.
Het geluid uit de hemel en de drie engelen waarschuwen christenen op
ernstige wijze in het vreselijk oordeel aan Gods Zoon hun ware toestand
onder ogen te zien en Jezus te aanbidden.
Dit gezicht maakt openbaar dat gelovigen die met
Christus sterven aan de eigen zonden, tevens door het geloof in zijn dood
zullen worden gered. De dood van Gods Zoon wordt de dood van iedereen die
zijn dodelijke schuld ziet in Gods oordeel aan Jezus. Door Gods veroordeling
van Jezus komt de ernst van mijn schuld in het vizier, maar ook de uitweg
door het verzoenende bloed van Jezus. Want door Jezus veranderen de
donderslagen in citerspelen! Iedereen die door de dood des Heren sterft aan
zijn eigen schuld, en de Here smeekt om een uitweg wordt zalig. Want God is
getrouw elke schuldbelijder zijn schuld te vergeven! Immers de hemel zegt
dat de doden zalig zijn, die door de veroordeling van Christus als een dode
wordt en sterft in de Here:
-
“Hier blijkt de volharding der heiligen die de geboden Gods en het geloof
in Jezus bewaren, die de geboden van God en het geloof in Jezus bewaren.
En ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: schrijf, zalig zijn de doden,
die in de Here sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, dat zij rusten van
hun moeiten, want hun werken volgen hen na”.
NAAR BOVEN