Derde en laatste Wereldoorlog
Openbaring 14: 13-20.
-
“En
ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: Schrijf, zalig zijn de doden, die
in de Here sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, dat zij rusten van hun
moeiten”. Openbaring 13:20.
In het voorafgaande is te
horen dat iedereen in het vreselijke oordeel van God over Jezus de grootheid
van zijn eigen schuld kan aflezen, zodat men geestelijk kan sterven in de
dood van Jezus. Want God verklaart "doden" zalig, die sterven in de Here.
Hierbij gebruikt Hij het woord "doden" in dezelfde betekenis als Jezus in de
gelijkenis van de verloren zoon. In deze gelijkenis zegt de vader tweemaal:
"Deze was dood, maar is weer levend geworden". Dat wil zeggen God verklaart
een ieder zalig, die met dezelfde ootmoed als de verloren zoon tot God de
Vader gaat, en Hem telkens om vergeving smeekt in de naam van Jezus:
-
“En ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: Schrijf, zalig zijn de doden,
die in de Here sterven, van nu aan”.
Ook de Geest geeft te kennen
dat een ootmoedige gelovige zijn hele leven achtervolgd wordt door de last
van zijn zonden en schuld. De woorden van de Geest, dat zij rusten van hun
moeiten geven aan dat het sterven in de Here pas bij het sterven of de
opname zal ophouden:
-
“Ja, zegt de Geest, dat zij rusten van hun moeiten, want hun werken
volgen hen na”.
Maar dan vragen de woorden
"en zie" aandacht door de plotselinge verschijning van Jezus op een wolk in
zijn koninklijke heerlijkheid en macht met een gouden kroon op zijn hoofd.
Met zijn verschijning worden de profetieën waar, die Hij tijdens zijn
omwandeling op aarde heeft gezegd met de laatste dingen, die Mattheus 24,
Marcus 13, Lucas 23 beschrijven.
De engel die met luide stem de Mensenzoon smeekt om te oogsten, komt niet
uit de Knesset (parlement), noch het hoofdkwartier van de Wereldraad van
Kerken, maar uit de tempel. De tempel die toont dat er zonder bloed geen
toegang tot God is, bepaalt iedereen bij Jezus.
Doch de woorden "en zie"
bepalen elke lezer niet alleen bij de majesteit van Gods Zoon, maar ook bij
zijn oogsten op aanwijzing van het luide smeken van de engel uit de tempel.
Want terwijl een engel uit de tempel de rijpe druiven van de wijngaard van
de aarde inzamelt, oogst Jezus de uitverkorenen van de aarde zelf. Dat kan
Jezus alleen als Hij dezen bij name kent. De onthulling dat Jezus de
uitverkorenen eigenhandig zal oogsten, betekent dat iedereen die gered wil
worden ook door Jezus moet worden gekend. De diepe ernst daarvan wordt
zichtbaar uit zijn woorden in Mattheus 7:22-23: "Velen zullen te dien
dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en
in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw naam vele krachten gedaan? En
dan zal Ik hen openlijk zeggen: ik heb u nooit "gekend", gaat weg van Mij,
gij werkers der wetteloosheid". Ondanks hun vele werken in de naam van
Jezus kent Hij hun naam niet! Sterker nog, de Here noemt hen "wettelozen",
dat wil zeggen deze hebben nooit in geestelijke nood voor hun persoonlijke
zonden en schuld in de angsten van de hel Jezus ootmoedig om vergeving in
zijn bloed gesmeekt. Terwijl Jezus duidelijk heeft gezegd: "Komt tot Mij,
allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven" Mattheus
11:29. Toch menen velen als de Farizeeën geen bekering nodig te
hebben.
Met het oogsten, waarmee
Jezus duidelijk maakt dat Hij elke geroepene persoonlijk moet kennen,
onderstreept Hij zijn woorden over de heilsweg, die Hij bij zijn eerste
bekendmaking van zijn lijdensweg uitsprak: "Indien iemand achter Mij wil
komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij"
Mattheus 16:24. Dat is het tegendeel van zelfontplooiing.
Nu Jezus alleen redt die
Hij bij name kent, moet Hij gezocht en ootmoedig gebeden worden. Dat een
ootmoedig hart nodig is, blijkt uit het gebruikte woord over de rijp zijn
van het graan. Want hoewel veel vertalingen spreken over "rijpe" oogst,
staat er letterlijk vertaald vanuit de grondtekst "dor". En omdat het
vochtpercentage van een rijpe graankorrel normaal 16% is, wijst een dorre
graankorrel op een erg laag vochtgehalte. Het dor zijn wijst op geestelijke
nood en spanning om de hoop door Jezus bij de naam gekend te worden als Hij
komt.
Het gekend zijn door Jezus
maakt elke vorm van gearriveerdheid tot een dodelijk gevaar! Dat geldt ook
voor hen die zonder Hem te zoeken, passief wachten op Gods verkiezende
genade.
Zijn verschijning op een wolk haalt ook een streep door de gedachte dat
Jezus te Jeruzalem zal verschijnen. Evenmin komt er een zogenaamd
duizendjarig Rijk, zoals sommigen menen.
-
“En ik zag en zie een witte wolk, en op de wolk iemand gezeten als eens
mensen zoon met een gouden kroon op zijn hoofd en een scherpe sikkel in
zijn hand. En een andere engel kwam uit de tempel en riep met luider stem
tot Hem, die op de wolk gezeten was: Zend uw sikkel uit en maai, want het
uur om te maaien is gekomen, want de oogst der aarde is dor (RHK)
geworden”.
Kortom, niet alle christenen
worden gemaaid, maar alleen "de gelovigen" die Jezus kent.
Dat de Here meteen bij zijn verschijning de aarde oogst, betekent dat Jezus
voor het einde van de dag alleen hen heeft opgenomen, wie Hij bij zijn
verschijning bij name kent. Dit is het, waarvoor Jezus met de gelijkenis
over de vijf wijze en vijf dwaze maagden na zijn rede over de laatste dingen
ernstig heeft gewaarschuwd. Immers meteen nadat de vijf wijze maagden die
"gereed waren" en de bruiloftzaal ingingen, werd de deur gesloten, Maar de
vijf maagden die Jezus niet kende, vonden bij hun komst een gesloten deur en
geen gehoor.
Daar zijn verblijf op de
wolk in de Griekse praesens staat, verblijft Hij daar langere tijd. Zijn
langer verblijf op de witte wolk komt overeen met 1Thessalonicenzen 4: 16
over de opname. Eerst worden de ontslapen heiligen door Jezus geoogst door
opwekking en opname. Nadat Hij de lichamen van de heiligen heeft opgewekt en
opgenomen, zijn de dan op aarde levende gelovigen aan de beurt. Van al de
opgenomen gelovigen kent Jezus de naam:
-
“En Hij, die op de wolk gezeten was, zond zijn sikkel uit op de aarde, en
de aarde werd gemaaid”.
De zogenaamde druiven zijn
de onbekeerde gelovigen en ongelovigen die Jezus achterlaat, als Hij als
Rechter met zijn koninklijke majesteit en macht vanaf een wolk de aarde
oogst. In tegenstelling tot het graan worden de druiven van de wijnstok van
de aarde na inzameling meteen in de grote wijnpers van Gods gramschap gedaan
en getreden. Hoewel vele vertalingen van de druiven spreken over oogsten,
staat er in de grondtekst verzamelen.
Om het verzamelen te verstaan, dient men te letten op de afkomst van de
engel die opdracht geeft tot de verzameling van de rijpe druiven
onbekeerden) van de wijnstok van de aarde. De "oproep" tot het verzamelen
gebeurt door de engel van het altaar! Deze engel heeft ook de macht over het
altaarvuur. Dat is hetzelfde altaar waar eerder bij de verbreking van het
vijfde zegel zielen verschenen, die vroegen naar het tijdstip van Gods wraak
aan hen die op de aarde wonen. De genoemde zielen kregen op hun vraag naar
de tijd van Gods wraak over zijn tempel twee antwoorden. Eerst moest het (de
tijd) vol zijn, wat door de verschijning van Jezus het geval is.
Verder moeten hun
mededienstknechten en broeders (Joden) op het punt staan gedood te worden.
Daar de zielen onder het altaar Joden zijn, geldt de dreiging met de dood
ook Messias belijdende Joden. En die dreiging met de dood komt door de zesde
en laatste zegel, wanneer de gewezen partijen in de laatste oorlog elkaar
wereldwijd zullen bestrijden. Het een en ander betekent, de verzameling van
de druiven vindt plaats tijdens Gods wraak over de tempel. De antwoorden aan
de zielen en de gegeven witte kleding voor hun opname bij de opstanding,
geven aan dat Jezus tijdens Gods wraak over zijn tempel op een wolk zal
verschijnen.
Echter daar de zielen korte
tijd moeten wachten, is de zesde zegel korte tijd uitgesteld. Nu het
uitgestelde zesde zegel de laatste is, gaat de zevende zegel met de bazuinen
eraan vooraf. Want daar de zielen nog voor het antwoord op hun vraag witte
kleding voor hun opstanding kregen uitgereikt, gebeurt hun opstanding en
opname tegelijk tijdens de zesde zegel. Kortom, de korte tijd is voorbij,
zodra de Here op een wolk verschijnt. Dat wil zeggen, het zevende zegel met
de zeven bazuinen zijn de laatste tekenen voor de wederkomst van Jezus.
Eerder is al met het zesde
zegel onthuld dat Gods wraak in de laatste oorlog door kernwapens zal worden
beslecht. De openbaring dat de engel uit het altaar macht heeft over het
vuur, geeft te kennen dat de laatste Wereldoorlog door vuur zal
plaatsvinden. Het vuur wijst op de kernwapens van de zesde bazuin, die in
de laatste oorlog door beide partijen worden ingezet.
De antwoorden aan de zielen
tijdens het vijfde zegel en de uitreiking van witte kleding geven aan dat
Gods wraak over de tempel tijdens de wederkomst van Jezus zal worden
voltrokken. Zowel de opdrachtgevende en de uitvoerende engel als de
betrokken zielen duiden op Gods wraak over zijn tempel. Dat wil zeggen omdat
Nebukadnezar de eerste tempel heeft verwoest en de Syriër Antiochus IV de
tweede tempel ontheiligde, die door de Romeinen o.l.v. Titus is verwoest,
leidt Gods wraak over de tempel in de eindtijd tot de derde en laatste
Wereldoorlog.
Gerekend naar een Romeinse
stadion (1600) beslaat het slagveld 1000 kilometer in doorsnee. Nu de Here
tijdens de laatste oorlog verschijnen zal en zelf de uitverkorenen oogst,
haalt dat een streep door de gedachte van een tweede kans voor de
achtergelaten volken. Sterker nog, daar de Here kort na zijn verschijning op
een wolk, de uitverkorenen van de aarde oogst, is de genadetijd dan meteen
voorbij, zoals de gelijkenis van de vijf dwaze maagden aantonen. Zodat de
verzameling van de rijpe druiven iedereen treft, die door Jezus is
achtergelaten tijdens de oogst van allen die Hij bij name kent:
-
“En een andere engel kwam uit de tempel, die in de hemel is, ook hij met
een scherpe sikkel. En een andere engel kwam uit het altaar; deze had
macht over het vuur, en hij riep met luider stem tot hem, die de scherpe
sikkel had, zeggende: Zend uw scherpe sikkel uit en verzamel de trossen
van de wijngaard der aarde, want zijn druiven zijn rijp. En de engel wierp
zijn sikkel op de aarde en verzamelen van de wijngaard der aarde en wierp
hen in de grote persbak van de gramschap Gods”, RHK.
Dat de oorlog met
kernraketten tegen de nazaten van de volken die de tempel hebben verwoest
Gods wraak is, lijkt bevestigd nu het oorlogsfront buiten de stad Jeruzalem
valt. Want hoewel het oorlogsfront omgerekend 1000 km is, is het buiten de
stad, dat is Jeruzalem. Daar de eerste tempel van Salomo door Nebukadnezar
is verwoest, de tweede geschonden door de Syriër Antiochus de vierde,
terwijl de Romeinse bevelhebber Titus de tweede tempel heeft verwoest, is
Gods wraak tegen de nazaten van genoemde volken gericht. Gods wraak geeft
aan dat Jezus iedereen opneemt, die Hij bij de naam kent. Dat zijn allen die
Hem als de verloren zoon ootmoedig om genade hebben gesmeekt. Want als de
nazaten van hen die de tempel hebben verwoest gewroken worden, dan zeker ook
de verachters van Jezus, waarvan de tempel slechts een afbeelding is:
-
"En
de persbak werd getreden buiten de stad, en er kwam bloed uit de persbak
tot aan de tomen der paarden, zestienhonderd stadiën ver."
Bij de laatste oorlog zal
ook Iran betrokken zijn. Want volgens de profeet Jesaja 13:17 zal God dit
volk opwekken tegen Babylon om hen te verdelgen. Wanneer men bij de
genoemde volken de huidige allianties in acht neemt, dan zal behalve Rusland
ook de NAVO partners bij de laatste oorlog betrokken zijn! Gods wraak lijkt
dan ook dichterbij dan velen denken.
De betrokken paarden wijzen heen naar de paarden van de zesde bazuin in
Openbaring 9.
Dit gezicht is dan ook een enorme waarschuwing aan alle geroepenen om Jezus
te zoeken. Zowel het maaien door Jezus als de verzameling tijdens de
kernoorlog sluiten een tweede kans uit. Wie bij de komst van Jezus niet door
Hem wordt gekend wordt buitengesloten:
- “En ik
hoorde een stem uit de hemel zeggen: Schrijf, zalig zijn de doden, die in
den Here sterven, van nu aan. Ja, zegt de geest, dat zij rusten van hun
moeiten,”
NAAR BOVEN