Hoofdstuk 18
Start Auteur Daniël inleiding Bibliografie Laatste nieuws Openbaring v Johannes Gesprekspunten Links

 Sporen van de wederkomst van Jezus Christus   

Omhoog
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 11
Hoofdstuk 12
Hoofdstuk 13
Hoofdstuk 14
Hoofdstuk 15
Hoofdstuk 16
Hoofdstuk 17
Hoofdstuk 18
Hoofdstuk 19
Hoofdstuk 20
Hoofdstuk 21
Hoofdstuk 22

 

Verdrukking door ander Evangelie

 Openbaring 7:9-8:1

“Dezen zijn het, die komen uit de grote verdrukking; en zij hebben hun ge-waden gewassen en die wit gemaakt in het bloed des Lams”. Openbaring 7:14b.

 

De woorden “Na deze dingen” leggen verband tussen dit gezicht en het voorafgaande. Bij beide gezichten staan de vier engelen van de winden op de achtergrond gereed om schade toe te brengen aan de aarde, de zee en de bomen. Doch eerst toont de Here zijn getuigen.
Gebeurde het vorige gezicht op de aarde, wat nu volgt gebeurt in de hemel. Door de houding van de schare in de hemel bezegelt de Here de waarheid van Gods beloften in de heilsgeschiedenis van de Bijbel:

“Na deze dingen zag ik, en zie, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle volk en stammen en natiën en talen stonden voor de troon en voor het Lam, bekleed met witte gewaden en met palmtakken in hun handen”.

De houding van de ontelbare schare van alle tijden en plaatsen is gelijk aan die van Johannes de Doper. Want hun staan vóór de troon van God en vóór het Lam en hun belijdenis, getuigt van een innerlijke houding van afhankelijkheid van het Lam als die van een bedelaar. Hun houding en luide roepen is als die van Johannes de Doper toen hij zei: “Ik ben niet waardig neerbuigende de schoenriem van Hem die na mij komt los te maken”. Wie meent dat de palmtakken in hun handen een teken van vreugde is, gaat hieraan voorbij:

“En zij riepen met luider stem en zeiden: De zaligheid is aan onzen God, die op den troon gezeten is, en aan het Lam”!

Hoewel engelen zich verheugen over elke zondaar die zich bekeert, merkt men daar niets van bij het zien van de ontelbare schare. De engelen die in aanbidding voor Gods troon neervallen en de woorden van de schare met “amen” bevestigen, spreken niet over menselijke daden, maar betuigen dat God alle lof, heerlijkheid, wijsheid, dank, eer, macht en sterkte toekomt:

“En al de engelen stonden rondom den troon en de oudsten en de vier dieren, en zij wierpen zich op hun aangezicht voor den troon en aanbaden God, zeggende: Amen, de lof en de heerlijkheid, en de wijsheid en de dankzegging, en de eer en de macht en de sterkte zij onzen God tot in alle eeuwigheden! Amen”.

Bovenstaande verklaart misschien, waarom Johannes de oudste geen antwoord kon geven. Hoewel al die zielen met witte kleding waren bekleed en met luide stem beleden dat hun redding geheel afhankelijk is van God en het Lam, zag Johannes aan hen niets bijzonders, behalve diepe ootmoed:

“En een van de oudsten antwoordde en zeide tot mij: wie zijn dezen, die bekleed zijn met de witte gewaden, en vanwaar zijn zij gekomen? En ik sprak tot hem: Mijnheer, gij weet het”.

Doch het eerste wat de oudste onthult, is dat alle zielen uit de “grote verdrukking” komen. Dit antwoord is belangrijk nu de ontelbare schare alle gelovige zielen omvat van alle tijden en plaatsen.
En daar de schare verschijnt in verband met de verzegeling voor de laatste plagen, geeft hun verdrukking tevens inzicht over de grote verdrukking waarvoor Jezus gewaarschuwd heeft. De verdrukking van de schare is echter heel anders dan de verdrukking waarover Jezus tijdens zijn omwandeling sprak in Mattheus 24:21 en Daniël 12:1. Want de verdrukking waarover Jezus sprak is beperkt tot de eindtijd, terwijl de verdrukking waaruit de ontelbare schare komt, de hele aardse tijd omvat van het begin tot het einde.

Ook is de uitwerking van beide verdrukkingen tegengesteld. De verdrukking waarvoor Jezus waarschuwde zal grote afval bewerken. Terwijl de andere verdrukking de ontelbare schare leidt naar de troon en het Lam, nadat zij hun klederen wasten in het bloed van het Lam. Wassen in het bloed van het Lam tot het wit wordt is een intensief proces. Dan toetst men de eigen vuilheid zo lang aan de lijdende Christus, totdat zij hun schuld zien en om genade bidden.
Zoals men zich bij het offeren vereenzelvigt met de dood van het offerdier, zo ontdekten en belijden dezen door het bloed van de lijdende Christus de ernst van hun persoonlijke schuld. En zoals het offer in het oude Israël straf op de gedane zonde is, en dient om de relatie met God te herstellen, zo ook hier. Zij staan dus voor Gods troon en voor het Lam als bedelaars in de hoop en verwachting op vrijspraak op de dag des oordeels. Hun ootmoedige houding wordt getoond met het oog op de laatste verdrukking. Want in de eindtijd is er groot gebrek aan deze ootmoedige verdrukking:

“En hij zeide tot mij: Dezen zijn het, die komen uit (imperfectum) de grote verdrukking; en zij hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt (aoristus) in het bloed van het Lam. Daarom zijn zij voor den troon van God en zij vereren Hem dag en nacht in zijn tempel”.

De ontelbare schare is nog niet geoordeeld. Zij vestigen hun hoop op God en het Lam. Want er wordt over hun toestand in de toekomende tijd gesproken. Dat zij geen honger en dorst meer zullen krijgen, betekent dat Gods trekkende werken bij hen veelal gericht waren op de noodzakelijke dingen van het bestaan, zoals eten en drinken. Welaan, behalve Abraham en Izaäk heeft ook Jakob geestelijke verdrukking door een grote hongersnood ervaren. Jakob en zijn zonen kwamen pas echt in geestelijke verdrukking, toen ze door de nood gedwongen de heerser van Egypte (Jozef) ontmoetten. Zij leerden door de dreigende machtige heerser behalve hun grote schuld, ook de dodelijke gevolgen kennen. Zo hebben zij door Gods straffende en tuchtigende hand hun persoonlijke zonden en schuld ontdekt door de lijdende Christus, en dat God zijn beloften en bedreigingen waar maakt. Want nu staan zij samen met die ontelbare schare voor de troon van God en voor het Lam.

Zij gehoorzamen Jezus als bedelaars en geloven dat God getrouw is aan zijn woord als Hij zegt: “Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw om onze zonden te vergeven”.

0Het Lam zal hun hoeden en leiden naar de bronnen van het levende water. Verder zal God straks bij hen wonen en alle tranen van hun ogen afwissen. Tranen niet vergoten als gevolg van lichamelijke verdrukking, maar om hun schuld en aandeel aan de dood des Heren. Zij staan dus voor de troon van God en van het Lam met palmtakken in hun handen, om te herinneren aan de lijdensweek van Christus en hun aandeel aan zijn lijden te betuigen:

“en Hij, die op den troon gezeten is zal zijn tent over hen uitspreiden. Zij zullen niet meer hongeren en niet meer dorsten, ook zal de zon niet op hen vallen, noch enige hitte, Want het Lam zal hen hoeden en hen voeren naar waterbronnen des levens; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen”.

Juist en alleen de geestelijke verdrukking waaruit de ontelbare schare komt, maakt het verschil met de verdrukking waarvoor Jezus waarschuwde. Het antwoord van de oudste over de ontelbare schare brengt aan het licht, dat de laatste verdrukking waarvoor Jezus waarschuwde, het gevolg zal zijn van de prediking van een ander Evangelie.
De door Jezus gewraakte verdrukking is dat christenen door een vals Evangelie zonder geestelijke verdrukking op een dwaalweg worden geleid, weg van God en het Lam. Dat Evangelie zonder verdrukking zal christenen lauw maken, waardoor Jezus tot dezen moet zeggen: “Maar gij weet niet dat gij blind, arm en naakt bent”.

Doch alvorens de laatste bazuinen klinken wordt de grote schare uit de verdrukking getoond. De verschoning van Israël en de vertoning van de grote schare moet Israël en de Kerk niet alleen overtuigen van Gods hand in de klimaatverandering, maar ook om niet op het verbond te vertrouwen, doch op Jezus en die gekruisigd!
Want er zal een ander Evangelie worden gepredikt dan het Evangelie waardoor de ontelbare schare in geestelijke nood kwam. Een ander Evangelie waarbij de hoorder als schuldige buiten schot blijft, en zijn waardigheid blijft behouden! Een Evangelie dat naar de mens is, doordat het aansluit bij de godsdienstige behoeften van de natuurlijke mens. Dit lijkt zo echt, zodat Jezus het valse door de schare in de hemel zichtbaar moet maken.

Daar de laatste verdrukking alle kerken zal treffen is herkenning nodig. Want waar het aas (dat zijn de kerken) is, daar verzamelen zich de aasgieren (predikers van een ander Evangelie). Het grote van de door Jezus gewraakte verdrukking is dat het andere Evangelie Bijbels klinkt. Het andere Evangelie klinkt zo goed en Bijbels, zodat Jezus het alleen kan ontmaskeren als een ander Evangelie, door het tonen van de ontelbare schare uit de grote verdrukking in de hemel. Daar bij beide verdrukkingen het Evangelie van Jezus Christus centraal staat, kan alleen de verdrukking en houding van de grote schare in de hemel aantonen dat er in de eindtijd een ander Evangelie wordt geleerd.

Hoe nodig dit gezicht is leert het feit dat er bijna geen kerken meer zijn, die preken dat Jezus “door” onze zonden en schuld is gekruisigd, zoals Jesaja 53:5 duidelijk zegt. De bedelaarshouding van de ontelbare schare in de hemel is heden voor veel gelovigen vreemd goed. Het schokkende van dit gezicht is dat in de meeste kerken een ander Evangelie klinkt, zonder dat men dit in de gaten heeft. Zodat de grote verdrukking waarvoor Jezus waarschuwde nu al gaande is. Want de mens wordt in de meeste kerken aangesproken op zijn rijkdom door Gods liefde.

In orthodoxe kerken leert men vanuit de diepte van het lijden van Christus de grootheid van Gods liefde voor zondaren en de grootheid van zijn genade voor zijn verbondskinderen. In nog zwaardere kerken legt men alle nadruk in de prediking op de totale onmacht van de gevallen mens en de afhankelijkheid van Gods verkiezing, zodat men passief afwacht.
Evangelische kringen preken de zoekende liefde van God, waarbij de mens kiest voor Jezus. En dezelfde kracht van Gods liefde maakt hen ook tot navolgers van Jezus. Terwijl alom bekende Amerikaanse kerkplanters de gehoorzaamheid aan Jezus als uitgangspunt nemen in hun oproep tot bekering, en niet zijn kruisdood door onze zonden.

In genoemde kerken blijft de mens in zijn schuld buiten schot en behoudt hij zijn waarde! Hierdoor wordt niet alleen Johannes de Doper niet begrepen in zijn schuldbelijdenis, als hij zegt dat hij neerbuigende niet waardig is de schoen riem van Gods Zoon los te maken, maar ook de ontelbare schare in hun bedelaarshouding voor God en het Lam wordt niet begrepen.
De laatste grote verdrukking, die aan het einde van de aardse tijd zal komen, is in nagenoeg alle kerken onopvallend werkzaam. Door een ander Evangelie wanen christenen zich rijk, zonder hun armoe, blindheid en naaktheid te kennen. Dit Evangelie maakt lauw, zodat Jezus hen straks zal uitspuwen.

Dit gezicht van de ontelbare schare uit de grote verdrukking is van grote waarde, want hierdoor leert de Here beide verdrukkingen te onderscheiden en de smalle weg te gaan. Dit moeten de gelovigen weten, voordat de engelen van de winden schade zullen brengen aan de aarde, de zee en de bomen. Weten dat God in de eindtijd door de laatste bazuinen zal ingrijpen om de lauwheid en vermeende rijkdom van gelovigen te doorbreken.
De lauwheid blijkt heden uit de vanzelfsprekendheid waarmee christenen aannemen, dat de klimaatverandering het werk is van de mens. Terwijl ze met de geloofsbelijdenis (het Apostolicum) van de Kerk God als Schepper belijden, delen ze met de wereld de visie over de klimaatverandering.

Het tonen van de schare uit de grote verdrukking, dient om Israël en de kerken tot inkeer te brengen. Opdat ze Gods hand zien in de verandering van het klimaat, en hun “gewaden” wassen en wit maken in het bloed van de lijdende Christus, voordat Hij komt. Daarom stelt de ontelbare schare elke gelovige de vraag, of hij beide verdrukkingen kent en onderscheidt.
Wie zich niet wast in het bloed van het Lam en niet vereenzelvigt met het lijden en sterven van Jezus en zijn dodelijke schuld niet ontdekt en belijdt, heeft geen deel aan deze schare::

 “Dezen zijn het, die komen uit de grote verdrukking; en zij hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt in het bloed des Lams”.

.

NAAR BOVEN

 
 

De eerste mensen hebben alle ellende in de wereld gebracht door de zondeval.
Bron: Woord in Beeld ©Ten Have/Kok Kampen
De engel verdrijft Adam en Eva uit het paradijs

De  grote
verdrukking.

 

Als eerste wordt deze verlamde zijn zonden vergeven. Daarmee geeft Jezus aan wat de grootste nood  van elke geroepene is.
Bron: overige bronnen
Deze verlamde werd door vier  gedragen en door het dak naar Jezus gebracht.

Nog een
grote
verdrukking

 

 

Nadat Petrus gehoorzaamde toen Jezus hem riep, kwam  Petrus door ongeloof in verdrukking.
Bron: overige bronnen
Petrus verdrinkt bijna door ongeloof in Jezus.

Verdrukking
door een
ander
evangelie.
 

 

De mens is blind voor zijn zonden; zonder Gods trekken kan niemand tot berouw en belijdenis van zonden komen.
Bron: overige bronnen
Jezus maakt een blinde ziende.

Verzegeling
vraagt
geloof.

Alles verwoestende Orkanen als Iwan,tonen onmiskenbaar. dat de engelen van de winden zich keren tegen de zondige en hoogmoedige  mens.
Bron: www.nooa.gov
In de bazuinen is Christus de weg tot behoud.

START      Copyright © 2021, R.H. Keegstra; voor meer informatie: ds.r.h.keegstra@planet.nl of  0594 549542;  Laatst gewijzigd: 24-11-2024