Hoofdstuk 6
Start Auteur Daniël inleiding Bibliografie Laatste nieuws Openbaring v Johannes Gesprekspunten Links

 Sporen van de wederkomst van Jezus Christus   

Omhoog
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 11
Hoofdstuk 12
Hoofdstuk 13
Hoofdstuk 14
Hoofdstuk 15
Hoofdstuk 16
Hoofdstuk 17
Hoofdstuk 18
Hoofdstuk 19
Hoofdstuk 20
Hoofdstuk 21
Hoofdstuk 22
 

Niet de paus, maar Jezus regeert

Openbaring 2:18-29

 

“Aan de engel van de gemeente van Thyatira. En wie overwint en mijn werken tot het einde toe bewaart, hem zal Ik macht geven over de heidenen”. Openbaring 2:26.

 

Bij de vorige brieven waren de bijzonderheden van de stad “een gevaar” dat van buiten de Kerk kwam. De brief aan de engel van de gemeente van Thyatira eindigt niet als de eerste drie met de woorden: “Wie overwint..”. De verplaatsing van die woorden naar het midden van de brief betekent dat het gevaar niet meer van de Satan en de wereld komt, maar van de Kerk! Om het gevaar te kennen, moeten we ook nu weer letten op de omstandigheden van de stad. De stad Thyatira stond destijds alom bekend om zijn gilden systeem. Dit is een systeem van maatschappelijke standen, die hoger is bij meer verantwoordelijkheid. De gilden kennen drie rangen of standen: leerling, gezel en meester.

Bij de vorige brieven is gezegd dat de plaats van de stad in de reeks van zeven de tijd aanduidt, wanneer de brieven op de Kerk van toepassing is. Welnu, het gilden systeem zet de tijdsklok van deze brief in de middeleeuwen. De gilden uit de stad Thyatira zijn na  duizend na Christus in Europa ingevoerd. Eerst in Italië, toen in Frankrijk, Duitsland en Engeland.
Het systeem van de gilden, die de handwerklieden indeelde in standen, veranderde in de middeleeuwen de ambten in de Kerk. De kerkelijke ambten priester en bisschop kregen onder invloed van de gilden een andere publieke waardering. Door de gilden kreeg een bisschop meer publieke waardering dan een priester.

Wij vinden in onze cultuur met het streven naar steeds meer welvaart een grotere waardering voor een hoger ambt vanzelfsprekend, maar dit was in de vroege Kerk niet gebruikelijk. Het kwam door de gilden waardoor het ene ambt meer gewaardeerd werd dan het andere. Juist de gilden inspireerde de bisschop van Rome zich tot hoofd van de Kerk te verheffen.
Daarom doelt Jezus met de vrouw Izebel op de paus, die in de middeleeuwen eerst de geestelijke, maar later ook de wereldlijke macht zocht en nastreefde. Daar de Here de paus op één lijn zet met de vrouw Izebel, veroordeelt Hij niet alleen zijn positie, maar Hij duidt het pausdom ook als een gevaar voor de Kerk. Dat leert ook de veroordeling van iedereen die de paus erkent, en hem laat begaan:

“Ik weet uw werken en liefde, en geloof en dienstbetoon en uw volharding en uw laatste werken, die meer zijn dan de eerste. Maar Ik heb tegen u, dat gij de vrouw Izebel laat begaan”.

En de geschiedenis toont het gevaar van het pausdom. Want het pausdom en zijn leer leidde in 1054 na Christus tot de eerste definitieve scheuring tussen de Oosterse en Westerse Kerk.
Want niet koningin Izebel, maar de “vrouw Izebel” verleidt Gods knechten, om te hoereren. De vrouw Izebel liet Naboth doden in naam van koning Achab. Deze vrouw schreef een brief naar de oudsten met het koninklijke zegel. Zo deed Izebel alsof zij koning was in Israël. En dezelfde onwettige daad van Izebel is het werk van de bisschop van Rome in de tijd van Thyatira. Evenals de vrouw Izebel maakte de bisschop van Rome zich tot het hoofd van de Kerk en de koningen. Daarmee verdrong de paus Jezus als hoofd van de Kerk en de wereld.

Vanaf de middeleeuwen onderwijst niet Jezus door zijn woord en Geest zijn knechten, de priesters, maar de vrouw Izebel, de paus van Rome. Dat is begonnen door paus Leo IX. Hij was de eerste paus die een geestelijke (Berangerius) veroordeelde, die bezwaar maakte tegen de leer over het veranderen van brood en wijn in het lichaam van Jezus bij het Heilig Avondmaal:

“Maar Ik heb tegen u, dat gij de vrouw Izebel laat begaan, die zegt dat zij een profetes is, en zij leert en verleidt mijn knechten om te hoereren en afgodenoffers te eten”.

Echter, niet alleen heeft de bisschop van Rome zich tot hoofd van de Kerk en de wereld verheven, de paus heeft zich ook het alleenrecht van het verstaan van de Bijbel toegeëigend. En als de vrouw Izebel maakte hij het Heilig Avondmaal tot een wondergeloof, waarbij brood en wijn veranderde in het vlees en bloed van de gekruisigde Christus (transsubstantiatieleer). Daarom doelt Jezus met hoererij op het eten ven het misoffer. Want daar het lichaam van Jezus sinds de Hemelvaart in de hemel is, kan het niet in het Heilig Avondmaal aanwezig zijn. Het is dus in overeenstemming met de Bijbel, dat het misoffer door de Heidelbergse catechismus van de reformatorische kerken een “vervloekte afgoderij” wordt genoemd.
Maar dit liet de Heer der Kerk niet begaan; Hij gaf de paus tijd om zich te bekeren:

“En Ik heb haar tijd gegeven om zich te bekeren van haar hoererij, maar zij wil zich niet bekeren van haar hoererij”.

Zodra de opvolger van paus Leo IX het benoemen van priesters en bisschoppen door leken (koningen) verbood, kwam er hevig verzet. Vooral Duitse koningen hebben zich toen hevig verzet tegen pausen met een wereldlijk machtsstreven (Investituurstrijd 1073-1122).
Paus Innocentius III (1198-1216) heeft de macht en invloed geconcentreerd in het pausdom. Deze heeft de zogenaamde transsubstantiatieleer door een concilie laten vaststellen (1215). Daarbij schroomde hij niet gebruik te maken van de inquisitie om tegenstanders uit te roeien.
Die vervolging gebeurde dus niet door de Satan noch de wereld, maar door de Kerk zelf!

De Godswoorden dat de paus zich niet wil bekeren, wordt door de geschiedenis van de Kerk in de 11e tot de 13e eeuw bevestigd. Sindsdien volgden de priesters de uitleg en leer van de paus in plaats van zich te laten leiden door Gods Woord en Geest. Hierdoor kwam de leer van de Kerk in strijd met Gods Woord.

Maar deze brief aan de engel van Thyatira onthult des Heren hand in de strijd tegen het pausdom, die zonder bekering zou uitmonden in vele doden door een vreselijke pestziekte. De Here laat niet varen de werken van zijn handen. Bij het aantreden van paus Bonifatius VIII (1294-1303) leek het erop dat het pausdom onder zijn leiding het hoogtepunt tegemoet zou gaan. Echter, hij heeft de ineenstorting van het pausdom voorbereid.
Zijn plotselinge dood twee weken na zijn gevangenneming door koning Philips IV betekende een definitieve mislukking van de politieke aspiraties van de paus! De Here heeft de betreffende paus op het ziekbed geworpen en de priesters, die zich niet bekeerden in grote “verdrukking” gebracht. De plotselinge dood van Bonifatius VIII die alle macht over Kerk en staat naar zich toetrok, ontnam de paus voorgoed zijn wereldlijke macht. Des Heren strijd tegen de clerus (paus en priesters), bewijst zijn betrokkenheid bij de Kerk:

“Zie Ik werp haar op het ziekbed en hen, die met haar overspel bedrijven, breng Ik in grote verdrukking, indien zij zich niet van haar werken bekeren”.

Door zijn vreselijke ingrijpen vooraf bekend te maken, toont Jezus hoe ernstig Hij het vindt, dat de paus de priesters leert en verleidt. Het feit dat de Here dreigt “haar kinderen” de dood te doen sterven, toont dat Jezus zijn geroepenen, die Hij door het kruisoffer verwierf nooit uit zijn hand en macht laat rukken. Niet de paus, maar Jezus de almachtige regeert.

Letterlijk één generatie later, dat is 40 jaar na de dood van paus Bonifatius VIII, heeft de Here haar kinderen wereldwijd de dood doen sterven. Er is toen een vreselijke builenpest vanuit Azië over Europa gekomen. In drie jaren tijd van het jaar 1346 - 1349 is een derde deel in Europa en Azië gestorven aan deze ziekte. De pestziekte die in 1346 begon in India, Mesopotamië en Armenië, wist in drie jaar Engeland te bereiken. Een dergelijke omvangrijke ziekte met zoveel doden is nooit eerder noch daarna gebeurd.

Het is derhalve waarschijnlijk dat de Here in de brief aan Thyatira op deze pestziekte doelde. Daar builenpest letterlijk hart en nieren aantast, zijn de voorspelde vele doden uit deze brief vast en zeker door de pestziekte gekomen. Hierdoor ligt het voor de hand bij deze profetie aan genoemde pestziekte te denken. Daardoor heeft Jezus de gemeenten geleerd, dat de Here niet gedoogt dat priesters de paus zonder toetsing kritiekloos volgen. De kerkgeschiedenis leert dat de pestziekte toen door de gemeenten is ervaren als Gods hand tegen de Kerk:

“En haar kinderen zal Ik den dood doen sterven, en alle gemeenten zullen weten, dat Ik het ben die nieren en harten doorzoek”.

Wie echter Jezus niet verbinden wil met de genoemde pestziekte, dient te weten dat Jezus de sleutels van de dood heeft en dus de levensdagen van ieder mens bepaalt, en niet de Satan! Want Hij nodigt en versterkt alleen hen, die de Satan “niet” bij het doden van “haar kinderen” betrekken. Daaruit blijkt dat de Satan ten tijde van deze brief gebonden was. Want Jezus sluit zelfs met nadruk de Satan uit als auteur van de pestziekte. Daarmee geeft Hij te kennen dat het kwaad dat de mensheid vooral in Europa trof niet van buiten de Kerk kwam, maar ten diepste door toedoen van de leiders van de Kerk (de paus en de priesters).

Daarom zegt Jezus ronduit dat de genoemde pestziekte niet het werk is van de Satan, maar van de Here, Gods Zoon. En Hij wil ook dat de gelovigen dit als zijn werk zien, en Hem erkennen als Christus en als Here die de sleutels van de dood heeft. Jezus legt daarmee een directe verbinding tussen de genoemde pestziekte en de werken van de clerus, de paus samen met de priesters:

“Doch Ik zeg tot u allen, die overigens te Thyatira zijt, en die niet, gelijk zij zeggen, de diepten des Satans hebt leren kennen. Ik leg u geen andere last op, behalve dat gij vasthoudt aan wat gij hebt, totdat Ik gekomen ben”.

De omstandigheden van Thyatira geven te kennen dat het verplaatsen van de woorden: “Wie overwint..” betekent dat het gevaar voor de Kerk voortaan uit het midden van de Kerk komt.
Bewaren van de werken van Jezus tot het einde betekent, vasthouden aan zijn sleutelmacht over de volken tot en met de dag des oordeels. Terwijl zijn lijden en sterven buiten de stad als de lijdende Christus garanderen, dat Hij het wereldgebeuren gebruikt ten dienste van de Kerk.
Dit vasthouden is geen vrijblijvende zaak. Want alleen degene die blijft vasthouden dat de Here de hemel en de aarde regeert, zal straks macht krijgen over de heidenen. Macht om de heidenen bij de wederkomst van Christus te verbrijzelen met een ijzeren staf:

“Wie overwint en mijn werken tot het einde toe bewaart, hem zal Ik macht geven over de heidenen; en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf, als aardewerk worden zij verbrijzeld”.

Daar deze en volgende brieven eindigen met de woorden: “Wie een oor heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt”, is een waarschuwing de leer te toetsen aan Gods Woord. Een christen mag niet in blind vertrouwen zonder toetsing de leer van de Kerk aannemen. Die waarschuwing geldt ook voor leden van een zogenaamde orthodoxe reformatorische kerk!

De geschiedenis van de kerken leert hoe noodzakelijk deze waarschuwing is, maar ook hoe gevaarlijk. Daarvan getuigen de martelaren van de Kerk, die wegens hun terechte kritiek op de leer door de Kerk zijn vervolgd, gedood of afgezet. Ik denk aan Johannes Hus, Wycliff, Luther, Calvijn, Hendrik de Cock, Abraham Kuyper en vele anderen.

Tegenwoordig kennen vele christenen Jezus niet als de Here die hun leven leidt en bepaalt als wordt beschreven. Dat komt omdat steeds meer kerken niet meer leren en geloven dat de belangrijkste gebeurtenissen uit het verleden zoals “de schepping” Gods werk is. Wie echter “de schepping” niet gelooft als Gods werk in zes dagen, krijgt geen zekerheid over de regering van Gods Zoon. Voor deze is en blijft de Almachtige een god met een kleine letter:

“Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt”.

Bewaart daarom al de werken van Gods Zoon tot het einde toe. Erkent en dient Hem en als Christus en als Here, door de leer te toetsen en te verwerpen wat in strijd is met Gods Woord.

“Wie overwint en mijn werken tot het einde toe bewaart, hem zal Ik macht geven over de heidenen”.

NAAR BOVEN

 

 

Het bisschopsambt van de Petruskerk van Rome werd onder invloed van de gilden een uitdaging tot macht.
Bron: algemeen
Petruskerk van Rome

De vrouw
Izebel
is hier het
pausdom

 

De vrouw Izebel wist voor koning Acab de wijngaard van Naboth te bemachtigen.
Bron: Bijbel ©Copyright: C. Jetzes
Achab en Naboth

Het
pausdom
onttroont
Jezus

 

Achab's goedkeuring over het handelen van de vrouw Izebel, bracht hem de dood.
Bron: Bijbel ©Copyright: C. Jetzes
Honden lekken bloed Achab

Jezus
regeert
 


De strijd van het pausdom om de macht in Kerk en wereld is tegelijk de onttroning van haar Here en God.
Bron: beknopte geschiedenis christendom
Paus Innocentius III


 

De
builenpest
van
1346-1349

 


De builenpest leert dat Gods Zoon Heer is over ziekte en dood, Kerk en wereld.
Bron: De Reformatie: Uniepers Abcoude
De dood voor jong en oud

 

Niet de
Satan
maar
Jezus

 


Behalve builenpest bewerkt Jezus alle dingen tot heil van zijn Kerk
Bron: Elips
Overwinning van Christus

Het
gevaar
van het
pausdom
en  de
Kerk

 

START      Copyright © 2021, R.H. Keegstra; voor meer informatie: ds.r.h.keegstra@planet.nl of  0594 549542;  Laatst gewijzigd: 24-11-2024