-
“Schrijf wat gij gezien hebt, én hetgeen is én hetgeen na dezen dreigt
te geschieden”. Openbaring 1:19.
Bij de inleiding van dit
boek verklaart Johannes dat hij om het woord van God en het getuigenis van
Jezus op het eiland Patmos was. Maar omdat Johannes met die verklaring
niet duidelijk genoeg is, verklaart hij allereerst een broeder te zijn en
deelgenoot in de verdrukking, van het Koninkrijk en de volharding. Beide
verklaringen geven aan dat ook Johannes evenals de schare uit de grote
verdrukking des doods schuldig weet.
-
“Ik ben de alpha en de oméga, zegt de Here God, die is en die was en
die komt, de Almachtige. Ik, Johannes, uw broeder en deelgenoot in de
verdrukking en in een Koninkrijk en de volharding in Jezus, was op het
eiland, genaamd Patmos, om het woord van God en het getuigenis van
Jezus”.
Echter alle uitleggers
maken van "de zeven gemeenten" het adres en beperken de inhoud van de
brieven tot de tijd van Johannes. Maar het Griekse woord "eis" betekent
behalve "naar" ook "in"! Vertaling met "in" geeft aan dat Johannes moest
schrijven en als profetie bekend maken, wat hij op een zondag "in" zeven
steden zowel aan werelds als geestelijk leven heeft gezien: "in" Efeze,
"in" Smyrna, "in" Pergamum, "in" Thyatira, in Sardes, in Philadelphia en
in Laodicea. Dat betekent Johannes kreeg niet alleen een gezicht over het
geestelijke leven van gemeenten, maar door de bijzonderheden van zeven
wereldsteden ook over hun leefwereld.
Want Jezus gaf Johannes
pas opdracht tot schrijven, nadat Hij gezegd had: "Ik ben de alpha en de
omega. Dat wil zeggen de zeven steden en hun gemeenten beschrijvende
toestand van de wereld en de Kerk als profetie inde tijd van Pinksteren
tot het einde. Derhalve moet het Griekse "eis" niet als "naar", maar met
"in" worden vertaald en toegepast. Zodat Johannes moet schrijven en de
zeven gemeenten (de Kerk) bekend maken, wat hij ziet in Efeze, en in
Smyrna, en in Pergamum, en in Thyatira, en in Sardis, en in Philadelphia,
en in Laodicea. Kortom, Johannes moet de kerken bekendmaken alles wat hij
in het gezicht ziet in de steden en hun gemeenten.
Maar uit het omkeren van
Johannes wordt duidelijk dat hij het gezicht op die zondag over de
wereldse bijzonderheden van zeven steden aanvankelijk niet heeft begrepen
noch toepassen.
-
“Ik kwam in vervoering des geestes op de dag des Heren, en ik hoorde
achter mij een luide stem, als van een bazuin, zeggende: hetgeen gij
ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten in
Efeze, en in Smyrna, en in Pergamum, en in Thyatira, en in Sardes, en in
Philadelphia en in Laodicea, (Vertaling van RHK)."
En toen Jezus hem opnieuw bevel gaf te schrijven, kon
hij het niet. Zijn onvermogen tot het schrijven van het gezicht kwam aan
het licht, toen Jezus de zeven brieven aan de engelen letterlijk aan hem
dicteerde! Ondanks het gezicht over de steden dicteerde Jezus de brieven!
De weigering van Johannes en zijn onvermogen brengt aan het licht dat hij
in het gezicht over de steden en hun gemeenten aanvankelijk alleen de
toestand zag, zoals die in zijn tijd was. Hij zag hetzelfde wat bijna alle
uitleggers in onze tijd in de zeven brieven aan de engelen zien.
Pas na verzet van een engel ontdekt Johannes dat de brieven profetieën
zijn, zie hoofdstuk 40.
Intussen, terwijl Jezus
tot Johannes zegt: "vrees niet", legt Hij door zijn aanraking verbinding
tussen de engelen op zijn rechterhand en het gezicht, wat Johannes heeft
gezien. Doch Jezus zegt niet alleen dat Hij "de eerste is en de laatste",
maar ook wat het betekent. Door zijn lijden en sterven en opstanding heeft
Hij als "de eerste" de dood overwonnen.
En met betrekking tot "de laatste" zegt Jezus dat Hij de sleutels van de
dood en de hel heeft. Als "de laatste" komt Jezus straks op de wolken om
te oordelen de levenden en de doden.
Jezus verschijnt met een tweesnijdend scherp zwaard in de mond niet om
Johannes en de Kerk vrees aan te jagen, maar om te tonen dat Hij behalve
de Kerk ook de wereld regeert. Sterker nog, Jezus verschijnt met het
tweesnijdende scherpe zwaard in zijn mond om Johannes te bewegen, de Kerk
op de hoogte te brengen van de bijzonderheden van de zeven wereldsteden
als hun leefwereld, zoals Jezus die als profetie aan hem heeft getoond.
Want het tweesnijdende scherpe zwaard in de mond van Jezus wijst niet
alleen op het toekomstige oordeel, maar hier en nu op zijn almacht en
heerschappij in onze wereld.
Door de aanraking van
Johannes door zijn rechterhand met de engelen, verbindt Jezus de engelen
behalve met de Kerk ook met de wereldse bijzonderheden van de zeven
steden:
-
"En ik keerde mij om, ten einde de stem te zien, die met mij sprak. En
toen ik mij omkeerde, zag ik zeven gouden kandelaren, en temidden van de
kandelaren iemand als eens mensenzoon, bekleed met een tot de voeten
reikend gewaad, en aan de borsten omringd met een gouden gordel;en zijn
hoofd en zijn haren waren wit als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen
als een vuurvlam;en zijn voeten waren gelijk koperbrons, als in een oven
gloeiend gemaakt, en zijn stem was als het geluid van vele wateren. En
Hij had zeven sterren in zijn rechterhand en uit zijn mond kwam een
tweesnijdend scherp zwaard; en zijn aanzien was gelijk de zon schijnt in
haar kracht.
En toen ik Hem zag, viel ik als dood voor zijn voeten; en Hij legde zijn
rechterhand op mij en zeide: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de
laatste, en de levende, en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend
tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels van de dood en het
dodenrijk".
In verband met het gezicht
over de zeven steden was het nodig dat de Here ook uitleg gaf, over het
geheimenis van de zeven sterren in zijn rechterhand en de kandelaren. Hoe
nodig die uitleg is, leert de blindheid van hen die de wereldse
bijzonderheden die Johannes in zeven steden heeft gezien over het hoofd
zien! Hoewel de zeven sterren in de rechterhand van Jezus engelen zijn van
de zeven gemeenten, en de zeven kandelaren de zeven gemeenten, zien
genoemde uitleggers Jezus alleen als Christus maar niet als Here.
Maar zijn goddelijke
verschijning met het zwaard en engelen in zijn hand geven te kennen, dat
de zeven gemeenten de wereldwijde Kerk is in een door Jezus bestuurde
wereld! Behalve het tweesnijdende scherpe zwaard moeten de engelen in de
hand van Jezus, Johannes overtuigen dat Gods Zoon de leefwereld van de
Kerk in de wereld bepaald. Door engelen in zijn rechterhand maakt Jezus de
wereldse leefomgeving ten gunste van de Kerk. Zeven engelen betekent in
dit verband dat Jezus door hen de wereldse omgeving gedurende zeven tijden
tot leefwereld van de Kerk maakt. Zeven engelen verdelen de tijd van de
Kerk in zeven tijden, waarin de leefwereld gelijk is aan die van zeven
steden. Tijdperken waarbij de bijzonderheden van de genoemde steden de
leefwereld beschrijven van de wereldwijde Kerk Wereldse omstandigheden
die elk langer dan 200 jaren duren, zodat de zeven engelen geen
voorgangers van gemeenten in de genoemde steden kunnen zijn!
Door zeven engelen in zijn
rechterhand bekrachtigt Jezus dat de leefwereld voor de Kerk gelijk zal
zijn als de bijzonderheden van de zeven genoemde steden. Dat betekent in
de praktijk dat de Kerk tussen Pinksteren en de wederkomst zeven maal een
andere wereldse leefomgeving moet ervaren, afhankelijk van de plaats van
de stad in de reeks van zeven. Door het tweesnijdende scherpe zwaard en de
engelen onderwijst Jezus Johannes en door hem de Kerk, hoe Hij in zeven
verschillende wereldse omstandigheden de Kerk bouwt en bewaart.
De zeven gemeenten of Kerk moeten in de loop der eeuwen zeven keer een
andere leefwereld verdragen, die gelijk is aan de bijzonderheden van de
genoemde wereldsteden. Door de uitleg van het geheim leert Jezus Johannes
en de Kerk dat de bijzonderheden van de zeven steden profetieën zijn. De
bijzonderheden van de genoemde steden beschrijven als profetie de
leefwereld van de Kerk tussen Pinksteren en het oordeel.
En daar Johannes verschil
moet maken bij het opschrijven tussen "wat is en wat na dezen geschieden
moet", is de eerste periode (wat is) dan gaande. Zodat de bijzonderheden
van de stad Efeze na Pinksteren de leefwereld van de Kerk is in de eerste
periode van de zeven. Dus zijn de zeven brieven aan engelen en hun steden
profetieën, die de geschiedenis van de Kerk en de wereld tussen Pinksteren
en de wederkomst in zeven perioden beschrijven. Nu de steden in de zeven
brieven als profetie de leefwereld voor de Kerk weergeven, dienen de
steden in de brieven de nodige aandacht te verkrijgen. Dat wil zeggen,
voor het verstaan van de brieven moeten de bijzonderheden van elke stad en
de geestelijke toestand van de Kerk tezamen worden gelezen en beide worden
toegepast.
-
"Het geheimenis der zeven sterren, die gij gezien hebt in mijn
rechterhand, en de zeven gouden kandelaren: de zeven sterren zijn
engelen van de zeven gemeenten, en de zeven kandelaren zijn de zeven
gemeenten".
Op de vraag naar Gods
bedoeling met de invloed van de wereldse bijzonderheden op de leefwereld
van de Kerk, wijst de geschiedenis van Israël de weg. De geschiedenis van
Israël in Egypte en Kanaän geeft te kennen, dat God eertijds de volken
rondom Israël gebruikte, om zijn volk te louteren en te doen terugkeren
tot de Here hun God.
Zoals de Here de volken rondom Israël gebruikte tot heil voor zijn volk,
precies eender gebruikt Hij de zeven genoemde wereldse omstandigheden na
Pinksteren om de Kerk te bouwen en te bewaren.
En omdat Jezus zelfs tweemaal Johannes opdracht gaf tot schrijven, wordt
zichtbaar hoe belangrijk de door Jezus bewerkte wereldse bijzonderheden
van de steden voor de Kerk zijn:
-
" Schrijf dan hetgeen gij gezien hebt, én hetgeen is én hetgeen na dezen
volgens plan geschieden zal".
Johannes moest schrijven
toen hij begreep dat Jezus samen met de engelen de wereld ten gunste van
de Kerk leidt, en dat Hij de leefwereld van de Kerk in zeven tijden
verdeelt. Het tweesnijdende scherpe zwaard in de mond van Jezus geeft
haarscherp aan dat er zonder ernstige gevolgen geen woord aan dit boek mag
worden toegedaan of afgenomen.
Nu elk van de zeven steden een periode aanduidt en hun bijzonderheden de
wereldse leefomgeving voor de Kerk is, tonen ze bij uitkomst de werken van
Jezus in onze wereld! Dankzij de zeven brieven aan de engelen van de
steden, konden de martelaren van de vroege Kerk de hand van Jezus achter
de vervolging door de wereldleiders zien en ervaren.
Nu Jezus als de
almachtige God leert dat de zeven brieven als profetieën de geschiedenis
van de wereldwijde Kerk beschrijven, geeft dit een totaal ander inzicht in
het laatste Bijbelboek! Want nu blijkt dat de zeven brieven de wereld en
de Kerk tot het einde beschrijven, komt de verzegelde boekrol pas in de
laatste periode van Laodicea aan de orde.
De inleiding maakt de zeven brieven niet alleen tot profetieën, maar geven
ook aan dat Jezus de verzegelde boekrol pas in de tijd van Laodicea ter
hand neemt en toepast. Jezus neemt de boekrol als men zich rijk waant,
terwijl men geestelijk arm naakt en blind is.
In de laatste periode zal
een rijk sociaal stelsel de kerken vooral in het Westen tot geestelijke
lauwheid verleiden. De rijkdom zal niet alleen de verantwoordelijkheid van
het bestaan doen afnemen. Maar ook zal men menen zonder "toe-eigening"
deel te hebben aan Gods heil! Wanneer de kerken door lauwheid zich ten
onrechte door het verbond rijk rekenen en ze de verdrukking door schuld
niet kennen, toont de Here door plagen Gods toorn over de zonde.
En de lauwe toestand van Laodicea is nu al wereldwijd zichtbaar en
merkbaar in de kerken. Daarom is het thans de tijd dat Jezus door de
verzegelde boekrol Israël en de Kerk oproept, de hoofden op te heffen en
te letten op de werken van Jezus als "sporen van de wederkomst". Want van
de plagen uit de boekrol zijn reeds vele "sporen" zichtbaar in onze
wereld:
-
“Schrijf hetgeen gij gezien hebt, én hetgeen is én hetgeen na dezen
geschieden zal”.
-