Hoofdstuk 9
Start Auteur Daniël inleiding Bibliografie Laatste nieuws Openbaring v Johannes Gesprekspunten Links

 Sporen van de wederkomst van Jezus Christus   

Omhoog
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 11
Hoofdstuk 12
Hoofdstuk 13
Hoofdstuk 14
Hoofdstuk 15
Hoofdstuk 16
Hoofdstuk 17
Hoofdstuk 18
Hoofdstuk 19
Hoofdstuk 20
Hoofdstuk 21
Hoofdstuk 22
 

Lauwe Kerk vraagt om plagen

Openbaring 3:14-22

 

“Allen die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan ijverig en bekeer u”. Openbaring. 3:19.

 

Zoals eerder is aangetoond beschrijven de zeven brieven niet alleen de toestand van die tijd, maar ze bevatten ook profetieën over de tijd daarna, tot aan de wederkomst. Zie hoofdstuk 2. De zeven brieven beschrijven, afhankelijk van de plaats van de stad in de reeks van zeven, ieder afzonderlijk van Pinksteren tot de wederkomst in profetieën, wat na dezen geschieden moet. De laatste van de zeven brieven, die aan de zevende engel, beschrijft als profetie de geestelijke toestand in Israël en de Kerk in de eindtijd.

Die toestand als profetie is o.a. aan de bijzondere kenmerken van Laodicea af te lezen. Want Laodicea stond in die tijd bekend om haar rijkdom en welvaart door de handel en linnenproductie (zwarte). Hun rijkdom kwam aan het licht toen ze hun stad, die in 60 na Christus door een aardbeving werd verwoest, met eigen financiële middelen herbouwden.
Behalve hun rijkdom is het bijzondere van Laodicea dat deze stad een vrouwennaam heeft. Koning Antiochus II, die deze stad omstreeks 250 v. Christus bouwde, heeft deze vesting de naam van zijn vrouw gegeven. Het geven van de naam van een vrouw aan een vestingstad is een demonstratieve oproep, om de vrouw dezelfde waarde toe te kennen als de man. Laodicea demonstreerde de gelijkheid van man en vrouw door haar man Antiochus te vergiftigen.

Hoewel de positie van de vrouw in de maatschappij geen probleem is, is het in de Kerk door de ambten anders. Volgens de Bijbel mag een vrouw in de Kerk niet dezelfde plaats in de ambten innemen als de man. Dat mag niet omdat de vrouw haar man heeft verleid bij de zondeval in het paradijs. Want niet Adam is door de verleiding gevallen, maar Eva. Zie 1 Timotheus 2:11-15. De plaats van de vrouw in de kerken wordt derhalve bepaald door de waarde die kerken dan hechten aan de zondeval en het gezag van de Bijbel.

Doch hoewel in materieel opzicht rijk, waren ze in Laodicea geestelijk koud noch heet. En daar het in de eindtijd overal zo zal zijn, is het belangrijk te weten wat de lauwheid van de Kerk is en de oorzaak:

“En schrijf aan den engel der gemeente te Laodicea: Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet”.

Om de oorzaak van de lauwheid te vinden, moet men als bij de andere brieven, naast de “bijzondere” kenmerken van Laodicea, luisteren naar de namen van Jezus en zijn woord. De namen van Jezus en de kenmerken onthullen de oorzaak van de lauwheid in Laodicea.

Wanneer Jezus zich de getrouwe en waarachtige getuige noemt, heeft dit betrekking op zijn rechtszaak bij Pontius Pilatus. In die dagen was bij elke rechtszaak een getuige verplicht. Echter, Jezus was bij zijn eigen rechtszaak zowel de verdachte als ook de getuige. Doch Hij zweeg bij elke beschuldiging die tegen Hem werd ingebracht. zijn zwijgen was zeer pijnlijk, zodat zelfs Pilatus heeft getracht Hem tot zelfverdediging te bewegen. Maar Hij zweeg. Zelfs zweeg Hij toen het volk voor Barnabas de moordenaar koos. Zij lieten liever Barnabas vrij uitgaan, terwijl Jezus die nooit had gezondigd, moest worden gekruisigd. Doch met zijn zwijgen tegenover elke beschuldiging en iedere vernedering, getuigde de Here dat al die beschuldigingen klopten en terecht waren. Want wie zwijgt stemt toe!
Maar let wel, Hij zweeg, omdat Hij volgens de profeet Jesaja 53:5 om onze overtredingen doorboord werd, en om uw en mijn ongerechtigheden verbrijzeld. Gods Zoon verliet de hemel, werd mens en leed ondraaglijk en stierf door uw en mijn zonden en schuld! Met zijn naam “de getrouwe en waarachtige getuige” betuigt Jezus dat zijn menswording en lijden eerstens dient om ieder mens te overtuigen van de echtheid van zijn verlorenheid door schuld.

Ter bekrachtiging daarvan onthult Hij zijn andere naam, dat Hij “het begin van Gods schepping” is. Met die naam maakt Jezus zich bekend als de Schepper van hemel en aarde en al wat daarin is. Met beide namen geeft Jezus te kennen dat Hij als de Schepper de hemel verliet wegens de vernielde schepping (zondeval). En als waarachtig mens en Schepper heeft Hij onze schuld en eeuwige vloek aan het kruishout gedragen. Opdat een ieder die in Hem gelooft, in zijn verzoenend sterven eeuwig leven zal verkrijgen. Want daar Hij onschuldig is gekruisigd, is zijn “zwijgen” een getuigenis aan ieder mens dat hij schuldig is en zonder geloof in Jezus veroordeeld is. Wat Jezus bevestigt met zijn derde naam “Amen”:

“Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige getuige, het begin der schepping Gods”.

Daarom zal de Here elke lauwe uitspuwen, die zijn eigen toestand van verlorenheid niet wil inzien. Hij heeft een afkeer van Laodicea, omdat ze in zijn lijdensweg hun eigen schuld niet willen erkennen. Want hoewel ze meenden rijk te zijn en aan niets gebrek hadden, beseften ze niet dat ze onderweg waren naar de hel. Dat wil zeggen, hun lauwheid is niet alleen een tekort aan zondebesef, maar hierdoor bleef bij hen ook de gedachte aan de echtheid van toekomstige hellesmarten achterwege.
Zonder dat inzicht laat de uitweg in Christus het hart koud.
Zonder hartelijke bekering komen zij met een ingebeelde hemel in de hel. En dit zal volgens de profetie in de zevende brief aan Laodicea in de eindtijd de toestand zijn van heel de Kerk:

“Waart gij maar koud of heet! Zo dan, omdat gij lauw zijt en noch heet, noch koud, zal Ik u uit mijn mond spuwen”.

Want dat de mensen in Laodicea niet koud of heet zijn komt volgens Jezus, omdat ze hun ellende, meelijwekkende, arme, blinde en naakte toestand niet kennen. Sterker nog, letterlijk vertaald zegt Jezus: dat zij niets van doen willen hebben met de harde werkelijkheid, dat zij voor God ellendige, meelijwekkende, blinde en naakte bedelaars zijn. Kortom, het niet weten door de gemeente van Laodicea betekent, dat zij er geen boodschap aan hebben dat ze blind zijn en voor God ellendige, meelijwekkende en naakte bedelaars.

Zij willen alleen maar blij en positief over het verlossende werk van Jezus spreken en denken. Want in het lijden en sterven van Gods Zoon, de Schepper de weerzinwekkende ellende van zichzelf als een arme blinde en naakte bedelaar te zien, is deprimerend. Maar zonder verlies van hun waardigheid, waaraan het kruis zijn dwaasheid en ergernis ontleent, wordt men lauw. En indien men de gevolgen van de eigen schuld niet inziet, wordt genade een leeg begrip:

“Omdat gij zegt: Ik ben rijk en ik heb mij verrijkt en heb aan niets gebrek, en gij weet niet, dat gij zijt de ellendige en jammerlijke en arme en blinde en naakte”.

In de meeste kerken is het tegenwoordig zo gesteld, als in de zevende brief wordt geschetst. De meeste christenen wanen zich rijk in Christus, zonder hun ellende voor God te erkennen.

Veel Gereformeerde christenen zijn lauw, omdat ze hun behoud op Gods verbond gronden. Terwijl ze in de Evangelische kerken voor Jezus kiezen op grond van zijn verlossende werk. In beide kerken is geen sprake van een doorleefde kennis van de door Jezus genoemde ellendige, meelijwekkende, blinde en naakte toestand van een bedelaar. Beide kerken maken het Evangelie blij en aantrekkelijk door het verbond en of Gods liefde te benadrukken.
Maar reformatorische christenen die telkens Gods verkiezende genade benadrukken, roepen evenmin in de prediking op in het lijden van Jezus de persoonlijke ellendige naaktheid te zien. Hierdoor zijn ook reformatorische christenen blind voor het kruis van Christus als Laodicea.

Doch wie in de genoemde kerken niet aangesproken wil worden op zijn ellende, blijft blind. En niet alleen daar, het is wijd verbreid. In de VS raakt zelfs het hele zondebesef uitgehold, blijkt uit een enquête door het instituut Ellison Onderzoek in Phoenix. Zonde is bij veel christenen in de VS niet meer dan sociaal ongewenst gedrag. “Mensen beseffen niet dat ze allereerst tegen de heiligheid van God hebben gezondigd, zijn wetten overtreden en daarom eeuwig straf verdienen”, zei onlangs de rector van het Southern Baptist Theological Seminary in Louisville in de VS (2015).

Evenals de mensen uit Laodicea hebben veel christenen vandaag geen boodschap aan preken, waarin gezegd wordt dat de mens voor God een ellendige, meelijwekkende blinde bedelaar is. Maar wie de keiharde diagnose van Jezus verwerpt, zal zijn gegeven medicijn niet slikken. Zijn medicijn wanneer Hij iedereen aanraadt van Hem goud, kleding en ogenzalf te kopen.

Zijn aanbod van goud dat in het vuur gebrand heeft, duidt op zijn kruisverdiensten. Want om tot de koop van reine kleding te komen, moet men overtuigd zijn van schandelijke naaktheid.
Doch ook de koop van ogenzalf vraagt erkenning van eigen blindheid en noodzaak van zien. Laodicea, die bekend is om zijn hoogontwikkelde oogheelkunde, benadrukt de blindheid. En kopen is een persoonlijke zaak, zodat elk mens Jezus persoonlijk om genade moet smeken. Want wie niet geboren is door water en Geest, zal het Koninkrijk van God niet binnengaan. En dat het water de doop tot bekering is, werd op Pinksteren duidelijk uit de preek van Petrus:

“raad Ik u aan van Mij te kopen goud, dat in het vuur gelouterd is, opdat gij rijk moogt worden , en witte klederen, opdat gij die aandoet en de schande uwer naaktheid niet zichtbaar worde; en ogenzalf om uw oogleden te bestrijken, opdat gij zien moogt”.

Dus dient de menswording van Jezus de Schepper en zijn kruis allereerst om te overtuigen dat ieder mens de hel staat te wachten. Zo maakt Hij door zijn kruisdood iedereen koud. Maar behalve de diagnose geeft Hij het medicijn tegen alle lauwheid in zijn kruisgang!

Ook eindigt de liefde van Jezus voor de mens niet bij falen van de prediking in de eindtijd. Zodra men lauw en niet betrokken over de zonde spreekt, komt de Here met andere middelen. In verband met hun lauwheid zegt de Here dat Hij allen die Hij liefheeft zal straffen en tuchtigen. Die woorden leggen direct verband met de plagen uit dit boek. Door de plagen uit de verzegelde boekrol wil Hij hen weer geestdriftig maken en door bekering redden:

“Allen die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan ijverig en bekeer u”.

Hoewel Hij elders zegt: “Klopt, en u zult worden opengedaan”; klopt Hij dan zelf op de deur. Met het omdraaien van de normale gang van zaken toont de Here zijn reddende liefde. Zijn kloppen duidt op de plagen uit de boekrol, waarvan Hijzelf de zegels gaat verbreken. De komst van de plagen betonen dat de lauwheid van het geloof dan wereldwijd aanwezig is. Zijn staan aan de deur geeft aan dat de plagen uit de boekrol kort vóór zijn komst plaatsvinden.

Maaltijd houden met elke gelovige samen met Jezus, betekent dat het de Here gaat om een persoonlijke verootmoediging en smeken om genade. Want maaltijd houden is in de Bijbel gemeenschap hebben met de andere tafelgenoten, in dit geval met Jezus Christus:

“Indien iemand naar Mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnen komen en maaltijd met hem houden en hij met Mij”.

Wij leven tegenwoordig in de tijd van Laodicea. De gezonde leer wordt niet meer verdragen! De keiharde diagnose van Jezus legt ieders lauwheid bloot. De zevende brief aan de engel van de gemeente te Laodicea legt hier een directe verbinding met de plagen uit de boekrol. De boekrol komt kort voor de wederkomst, wanneer velen in Israël en de Kerk wegens hun lauwheid door Jezus voor altijd dreigen te worden uitgespuwd. Het gaat daarom met de plagen uit de boekrol op het scherp van de snee. Er staat dan ook niet minder dan het eeuwige leven op het spel; het wel of niet ingaan in Gods Koninkrijk:

“Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon”.

Door de volgende plagen openbaart Jezus zich als de Schepper en Redder van de wereld. Echter alleen diegene, die in de hierna beschreven plagen uit de boekrol de liefdeswerken van Jezus ziet, zal en kan daarin Gods genadige en laatste roepstem horen tot geloof en bekering:

“Allen die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan geestdriftig en bekeer u”.

NAAR BOVEN

 

 

Jezus Christus was de eerste tegenover de ongelovige Egyptenaren bij de uittocht van Israël door de Rode Zee.
Bron: www.bibleexplained.com
 Christus, de koning over Kerk
en wereld

Ergernis
 Kruis
door
verlies
waarde
 

 

Zonder wet is er geen zondeval; zonder wet en zondeval geen Christus.
Bron: Woord in Beeld ©Ten Have/Kok Kampen
Zondeval
 

De geest
van de
antichrist
is
ontkennen
boodschap
Jezus
als mens.

Laodicea, de stad met de vrouwennaam en het lauwe water vertolkt door hun reactie  op de toenemende rampen door weer en wind,de lauwheid van veel christenen.
Bron: Fotogids NT J.N. Voorhoeve
Laodicea
 

Geen
belijden
schuld,
geen
Geest

Het evangelie is niet naar de mens, omdat daarin niet met zijn verlorenheid onder ogen wil zien.
Bron: Historie der Martelaren. Den Hertog.
De kruisiging van Jezus Christus U

Horen
naar
Jezus
vraagt
daden

 

De ergernis van het kruis schept kopers van het gelouterde goud; zij brengt ze bij elkaar.
Bron: Woord in Beeld ©Ten Have/Kok Kampen
De Zondaar.

START      Copyright © 2021, R.H. Keegstra; voor meer informatie: ds.r.h.keegstra@planet.nl of  0594 549542;  Laatst gewijzigd: 24-10-2024